Een injectie met corticosteroïden kan de pijn van patiënten met knieartrose verlichten
Voor patiënten die bij de huisarts behandeld worden voor pijn door knieartrose kan een injectie in de bilspier een goed alternatief zijn voor een injectie in het gewricht. Dat blijkt uit onderzoek van het Erasmus MC.
Als pijnstillers in pilvorm en fysiotherapie niet meer voldoende werken, kan een injectie met corticosteroïden de pijn van patiënten met knieartrose verlichten. Die injectie kan door de huisarts rechtstreeks in het gewricht of in de bilspier worden gezet. Onderzoekers van de afdeling Huisartsgeneeskunde van het Erasmus MC ontdekten dat injectie in de bilspier na 8 weken even goed werkt als injectie in het gewricht. Ze publiceerden hun resultaten in JAMA Network Open.
De onderzoekers volgden 145 patiënten met knieartrose, die willekeurig in twee groepen werden verdeeld: 74 kregen bij de huisarts een injectie in de bilspier en 71 in het gewricht. Op 2, 4, 8, 12 en 24 weken na de injectie werd aan alle patiënten gevraagd een pijnscore in te vullen. Het pijnstillende effect van de injectie in de knie piekte na 4 weken en dat van de injectie in de bilspier na 8 weken.
Niet bekwaam
De bevindingen zijn belangrijk, want uit eerder onderzoek blijkt dat 1 op de 5 huisartsen zichzelf niet bekwaam acht om een musculoskeletale injectie toe te dienen. Dat leidt ertoe dat sommige patiënten voor de injectie in het gewricht naar het ziekenhuis worden verwezen. Gevolg: langer wachten voor de patiënt en hogere kosten voor de maatschappij.
Dat is niet het enige nadeel van injectie in de knie, weet promovendus Qiuke Wang. ‘Injecties met corticosteroïden in het gewricht kunnen zorgen voor kraakbeenverlies, waardoor de artrose erger kan worden. Bovendien kan het een infectie van het gewricht veroorzaken.’
Niet alleen een deel van de huisartsen bleek een voorkeur te hebben voor een bepaalde injectievorm. Van de 145 patiënten had 18 procent een voorkeur voor de injectie in het gewricht, tegenover 48 procent voor de injectie in de bilspier.
Gesprek in spreekkamer
De onderzoekers hopen dat hun resultaten aanleiding geven tot een gesprek in de spreekkamer. ‘We zijn de eersten die laten zien dat beide injectievormen goed werken tegen de pijn. Huisarts en patiënt moeten samen tot de juiste keuze komen, gebaseerd op de voorkeur en verwachtingen van de patiënt en de vaardigheid van de huisarts’, aldus hoofdonderzoeker Jos Runhaar.