De groei van het aantal praktijkondersteuners of POH naar bijna 9000 in 2023 laat zien dat de functie een vaste positie in de huisartsenzorg heeft ingenomen
In 2023 zijn er 8997 praktijkondersteuners (POH) werkzaam in de huisartsenzorg in Nederland. Dit is een verdubbeling sinds 2016. Ook het aandeel huisartsenpraktijken dat een POH in dienst heeft is gestegen van 88% naar 94%. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel in opdracht van de Nederlandse Vereniging van Praktijkondersteuners en Praktijkverpleegkundigen (NVvPO).
De groei van het aantal praktijkondersteuners of POH naar bijna 9000 in 2023 laat zien dat de functie een vaste positie in de huisartsenzorg heeft ingenomen. Het onderzoek toont bovendien aan dat de beroepsgroep in de breedte is uitgebreid: van de POH is in 2023 38% praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg (POH-GGZ) en een derde van alle POH is werkzaam in twee of meer praktijken.
Grote diversiteit in praktijkondersteuners, qua opleiding en werkzaamheid
Zo’n 70% van de POH heeft de één- of tweejarige POH-opleiding afgerond. Van hen heeft 36% daarnaast een opleiding tot doktersassistent afgerond en 25% de opleiding tot hbo-verpleegkundige. De POH werkt gemiddeld 25 uur per week, vaak in meerdere praktijken, en de meerderheid doet dit in loondienst. De praktijkondersteuner besteedt ruim 75% van de werktijd aan direct patiëntcontact.
Wie is de praktijkondersteuner (POH)?
De POH is sinds 1999 werkzaam in de huisartsenpraktijk. Meestal is het een verpleegkundige of doktersassistent met een aanvullende opleiding op hbo-niveau. POH leveren een belangrijke bijdrage aan het aanbod van huisartsenzorg en ze vormen een belangrijke schakel in het behandelen van patiënten met bijvoorbeeld diabetes of COPD in de eerste lijn. Daarnaast zijn er POH die zich gespecialiseerd hebben in meer psychische klachten; de POH-GGZ.
Bekostiging POH verschilt nauwelijks tussen zorgverzekeraars
Zorgverzekeraars laten weinig verschillen zien in de standaardvoorwaarden die zij hanteren voor de bekostiging van de POH. Wel zijn er verschillen als het gaat om bijvoorbeeld het vereiste opleidingsniveau dat een POH dient te hebben. De beroepsbeoefenaren ervaren aan de ene kant dat er ruimte is om individueel afspraken te maken met verzekeraars, bijvoorbeeld in regionale proeftuinen of pilots. Aan de andere kant zien zij de verschillen in financiering als een risico voor een bestendige inzet van de POH in de huisartsenzorg.
Over het onderzoek
Voor het onderzoek hebben we een enquête gehouden onder 1724 POH. Daarnaast hebben we gegevens van zorgverzekeraars gebruikt, een focusgroep met 6 POH gehouden en data met betrekking tot werkzaamheid van POH in de huisartsenpraktijk ingezet, die we hebben verzameld door Nivel Beroepenregistraties in de Gezondheidszorg uit te breiden . Het Nivel heeft het onderzoek uitgevoerd in opdracht van de NVvPO.
Bron: Nivel