70 procent huiselijk geweld is structureel
1,2 miljoen personen van 16 jaar en ouder gaven in maart en april van dit jaar aan in de voorgaande 12 maanden slachtoffer te zijn geweest van een vorm van huiselijk geweld. Bij 820 duizend personen had dit een structureel karakter, dat wil zeggen dat ze het (bijna) dagelijks, wekelijks of maandelijks meemaakten. Van seksueel geweld, binnen of buiten de huiselijke kring, werden 1,6 miljoen 16-plussers slachtoffer. 185 duizend personen maakten dit structureel mee. Dat blijkt uit de Prevalentiemonitor Huiselijk Geweld en Seksueel Geweld die het CBS heeft uitgevoerd op verzoek van het WODC.
Deze gegevens komen uit een steekproefonderzoek onder ruim 30 duizend personen van 16 jaar en ouder die het CBS in de periode maart–april 2020 via internet heeft gevraagd naar hun ervaringen met huiselijk geweld en seksueel geweld in de voorafgaande 12 maanden.
Half maart werd de eerste lockdown in het kader van de coronapandemie afgekondigd. Een eventuele toe- of afname van huiselijk en seksueel geweld in de maanden maart en april kon met deze data niet worden onderzocht.
Dwingende controle meest voorkomende huiselijke geweld
8 procent van de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder (1,2 miljoen personen) gaven begin 2020 aan slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld in de 12 maanden voorafgaande aan de enquête. Onder huiselijk geweld vallen fysiek geweld, dwingende controle, stalking door een ex-partner of seksueel geweld gepleegd door iemand uit de huiselijke kring, dat wil zeggen een gezins- of familielid of (ex-)partner.
Fysiek geweld varieert van dreigen met lichamelijke pijn of slaan, tot poging tot verstikking. Er is sprake van dwingende controle wanneer één persoon de ander sterk domineert en controleert. Dit varieert van kleineren/vernederen of voortdurend iemands gangen nagaan, tot het verbieden van omgang met familie en vrienden. Dwingende controle kwam met 5 procent het vaakst voor, gevolgd door fysiek geweld (4 procent) en stalking door een ex-partner (1 procent). Van seksueel geweld werd 1 procent slachtoffer in huiselijke kring.
70 procent huiselijk geweld is structureel
Minstens 6 procent van de Nederlandse bevolking van 16 jaar en ouder was structureel slachtoffer van huiselijk geweld, dat wil zeggen dat dit (bijna) dagelijks, wekelijks of maandelijks voorkwam. Dit betreft 820 duizend personen.
Huiselijk geweld treft met name jongvolwassenen en neemt af met de leeftijd. Zo zei 24 procent van de 16- tot 18-jarigen en 18 procent van de 18- tot 24-jarigen slachtoffer te zijn geweest van geweld in de huiselijke kring, tegen 3 procent van de 65-plussers. Vrouwen zijn iets vaker slachtoffer dan mannen: 9 procent tegen 7 procent. Bij alle vormen van huiselijk geweld is de pleger vaker man dan vrouw.
Bijna helft jongvolwassen vrouwen slachtoffer van seksueel geweld
Onder seksueel geweld vallen niet-fysieke seksuele intimidatie, fysiek seksueel geweld en online seksuele intimidatie. Fysiek seksueel geweld omvat alle vormen van ongewenst seksueel lichamelijk contact, variërend van ongewenste aanrakingen tot verkrachting. Niet-fysieke en online seksuele intimidatie variëren van het (online) ontvangen van seksueel getinte opmerkingen of het voortdurend op een seksuele manier aangestaard worden, tot het moeten aanschouwen van seksuele handelingen of verspreiding van seksueel beeldmateriaal. Bij seksueel geweld worden zowel voorvallen binnen als buiten de huiselijke kring meegenomen.
11 procent van de bevolking (16 jaar en ouder) gaf aan slachtoffer te zijn geweest van seksueel geweld. Dit zijn 1,6 miljoen personen. Seksueel geweld vindt merendeels buiten de huiselijke kring plaats. Ruim 1,5 miljoen personen werden slachtoffer door toedoen van iemand buiten de huiselijke kring, tegen krap 0,2 miljoen personen die slachtoffer waren van seksueel geweld binnen de huiselijke kring. Vrouwen zijn vaker slachtoffer dan mannen (15 procent tegen 7 procent). 5 procent van de vrouwen zei te zijn geconfronteerd met fysiek seksueel geweld, 11 procent met niet-fysieke seksuele intimidatie en 7 procent met online seksuele intimidatie. Bij de mannen waren de cijfers respectievelijk 2, 3 en 4 procent. De pleger was vaker man dan vrouw.
Bij minstens 185 duizend personen (1,3 procent) kwam het seksuele geweld structureel voor.
Ook komt seksueel geweld vaker voor bij jongeren dan bij ouderen. Van de 16- tot 18-jarigen kreeg 26 procent hiermee te maken, van de 18- tot 24-jarigen 30 procent en van de 65-plussers 3 procent. Bijna de helft (47 procent) van de jongvolwassen vrouwen (18 tot 24 jaar) heeft te maken gehad met enige vorm van seksueel geweld, tegen 13 procent van de jongvolwassen mannen.