De druk op de zorg vanwege corona lijkt voor de meeste mensen met een chronische aandoening geen grote gevolgen te hebben gehad

Het jaaroverzicht van de Monitor Zorg en Participatie 2021 laat zien dat zorg voor iedereen een belangrijk onderwerp was vorig jaar, al hebben mensen met een chronische aandoening soms iets extra’s nodig. Voor ouderen en mensen met een beperking was het een hele opgave om aangehaakt te blijven en te blijven meedoen. Nu het einde van de coronapandemie in zicht lijkt, is het de vraag wie er vooral ondersteuning nodig hebben om te herstellen na de crisis. Dit zijn onderwerpen die werden onderzocht in de monitor in 2021 en ook in 2022 op de agenda blijven staan.

Met de langlopende Monitor Zorg en Participatie onderzoeken we de ontwikkeling van verschillende onderwerpen, zoals gebruik en toegankelijkheid van voorzieningen, zelfmanagement en passende zorg. We voeren dit onderzoek uit met verschillende panels waaronder het Nationaal Panel Chronisch zieken en Gehandicapten en het Panel Samen Leven. Deze panels maken het mogelijk dat we ook snel op actuele onderwerpen kunnen inspelen, zoals de coronacrisis. In het jaaroverzicht zetten we het onderzoek van 2021 op een rij; hieronder belichten we een selectie. 

Uitgestelde zorg lijkt voor de meesten goed te zijn opgevangen
De druk op de zorg vanwege corona lijkt voor de meeste mensen met een chronische aandoening geen grote gevolgen te hebben gehad. Een derde van de mensen met een longziekte had wel te maken met veranderde zorg, zoals afgezegde afspraken of naasten die niet mee mochten. Maar deze veranderingen leidden nauwelijks tot extra problemen of knelpunten. Het gemiddelde rapportcijfer voor de ontvangen professionele zorg in 2020 is bijna een 8.

Coronacrisis maakt participatie van groepen meer gelijk
In eerdere jaren konden mensen met een lichamelijke beperking of ouderen vaak minder goed meedoen in de samenleving. Zij maken minder gebruik van het openbaar vervoer of komen minder vaak buiten de deur. In 2021 komt de participatie van deze groepen meer overeen met de algemene bevolking. Dit heeft te maken met de sluiting van veel voorzieningen door de coronapandemie, waardoor de participatie onder de algemene bevolking aanzienlijk daalde. Tijdens de pandemie werden oplossingen gevonden voor bijvoorbeeld sociale activiteiten of boodschappen doen in de online wereld. Online levert een chronische ziekte of handicap soms minder beperkingen op, omdat het vanuit huis kan. Dat geldt helaas niet voor iedereen. Mensen met een verstandelijke beperking bijvoorbeeld, hebben hier juist extra ondersteuning bij nodig.

Tijdens de coronacrisis zijn in sneltreinvaart digitale stappen gezet. Dit biedt ook  voor mensen met een beperking meer mogelijkheden om mee te doen in de samenleving. Juliane Menting: projectleider Monitor Zorg en Participatie

Coronacrisis als katalysator voor gebruik e-health
Steeds meer mensen met een chronische ziekte gebruiken digitale hulpmiddelen om gezondheidsgegevens in te zien of bij te houden, zoals apps en wearables. Toch is het aantal mensen dat gebruikmaakt van e-health-toepassingen nog beperkt, terwijl er een groot aanbod is op velerlei terreinen. Mensen met een chronische ziekte zijn sinds de coronacrisis wel positiever gaan denken over digitale zorg. Dit kan het gebruik van digitale toepassingen in de toekomst doen toenemen.

Naasten vangen hun familieleden met een verstandelijke beperking op
Naasten van mensen met een verstandelijke beperking ervaarden net als anderen de gevolgen van de coronacrisis in hun eigen leven, maar vingen vaak ook de gevolgen op die de crisis had voor hun familieleden. Uit ons onderzoek in het ZonMw COVID-19 programma bleek dat vooral naasten wiens familieleden bij hen in huis wonen kampen met stress. Deze groep heeft hulp nodig om te herstellen van de crisis.

Over het onderzoek
In de Monitor Zorg en Participatie worden onder andere patiëntpanels van het Nivel ingezet om onderzoek uit te voeren naar relevante en actuele onderwerpen omtrent de zorg- en leefsituatie van mensen met een beperking of chronische ziekte. De onderzoeksresultaten zijn een belangrijke informatiebron voor de Rijksoverheid en gemeenten, zorgverleners, en belangen- en patiëntorganisaties. De monitor wordt gefinancierd door het ministerie van VWS en SZW.