Onder de fietsdoden is vooral het aantal 70-plussers de laatste jaren toegenomen

Sinds 2000 is het aantal fietsdoden stabiel gebleven. Binnen deze groep namen de fatale eenzijdige fietsongevallen (zonder botsing) onder 70-plussers naar verhouding wel sterk toe. Dit meldt het CBS op basis van nieuwe cijfers.

In 2021 is het totale aantal verkeersdoden gehalveerd ten opzichte van 2000, ondanks de toegenomen mobiliteit. Het aantal verongelukte automobilisten is met 68 procent gedaald terwijl het aantal fietsdoden stabiel is gebleven. In 2017, 2020 en 2021 vielen meer dodelijke slachtoffers onder fietsers dan onder automobilisten.

Meer fatale ongelukken zonder botsing
Twee op de drie verongelukte fietsers  zijn in 2021 omgekomen door een botsing met een ander voertuig of vast object. Het vaakst botsten zij fataal met een personenauto, bestelauto, vrachtauto of bus (105 keer). Door een botsing met een andere fietser overleden 12 fietsers, en 9 fietsers verongelukten door tegen een paal, een boom, of ander vast object aan te rijden.

In 2021 verongelukten fietsers vaker zonder botsing dan in 2010. Zij overleden na een val van de fiets, bijvoorbeeld na onwel worden, een voet tussen de spaken, door een verkeerde stuurbeweging, door een slecht wegdek of gladheid. In 2010 gold dat voor 25 procent van alle fietsdoden, in 2021 was dat 34 procent. 72 procent van hen was 70 jaar of ouder.

Meer 70-plussers
Onder de fietsdoden is vooral het aantal 70-plussers de laatste jaren toegenomen. In 2021 was 57 procent (119) 70 jaar of ouder. In 2010 was nog 49 procent van de fietsdoden een 70-plusser. Ook per 100 duizend inwoners is het aantal fietsdoden onder 70-plussers in 2021 hoger dan in 2010 (4,8 en 4,5).