Kinderen met een migratieachtergrond hebben vaker geen zwemdiploma dan kinderen zonder migratieachtergrond
Het percentage van de kinderen tussen de 6 en 16 jaar dat geen zwemdiploma heeft, is tussen 2018 en 2022 verdubbeld. Dit aandeel was in 2020 door de coronapandemie al toegenomen. Die stijging heeft nu dus verder doorgezet. Dit blijkt uit onderzoek van het Mulier Instituut.In 2018 had 6 procent van de kinderen geen zwemdiploma. In 2020 was dit 9 procent. In 2022 had maar liefst 13 procent van de kinderen tussen de 6 en 16 jaar geen zwemdiploma.
Wel weer meer kinderen met alle zwemdiploma’s (A, B én C)
Er is ook een positieve ontwikkeling: in 2022 is het aandeel kinderen met alle drie de zwemdiploma’s (A, B én C) met 35 procent weer op het niveau van 2018. In 2020 was dit percentage namelijk gedaald ten opzichte van 2018.
Vaker zwemdiploma bij hoger gezinsinkomen
Hoe hoger het inkomen van het gezin, hoe vaker kinderen zwemdiploma’s hebben:
- Een kwart van de kinderen uit de laagste inkomensgroep heeft geen zwemdiploma. In de hoogste inkomensgroep is dit maar 2 procent.
- De helft van de kinderen uit de hoogste inkomensgroep heeft een A-, B- én C-diploma. In de laagste inkomensgroep is dat maar 24 procent.
Kinderen met migratieachtergrond hebben vaker geen zwemdiploma
Kinderen met een migratieachtergrond hebben vaker geen zwemdiploma dan kinderen zonder migratieachtergrond. Daarnaast heeft een kleiner deel van deze groep alle zwemdiploma’s.
Bron: Mulier Instituut