Nederlanders met de laagste inkomens leven gemiddeld 8 jaar korter en 21 jaar langer in slechte gezondheid dan de rijksten
Gezondheidsverschillen tussen mensen met lage en hoge inkomens zijn gemiddeld erg groot, vooral in landen met een uitgebreide verzorgingsstaat zoals Nederland. Promovendus Janna Goijaerts onderzocht hoe de organisatie van de verzorgingsstaat de gezondheid van kwetsbare mensen beïnvloedt.
Dit artikel verscheen eerder op de website van de Universiteit Leiden.
Nederlanders met de laagste inkomens leven gemiddeld 8 jaar korter en 21 jaar langer in slechte gezondheid dan de rijksten. Nederland is daarmee zeker geen uitzondering, deze gezondheidsverschillen zijn juist het grootst in landen met een sterke verzorgingsstaat. Hoe ontstaat deze 'paradox van gezondheidsongelijkheid' in de praktijk? Om die vraag te beantwoorden interviewde Goijaerts mensen met zowel gezondheids- als sociaaleconomische problemen en managers van publieke organisaties.
Goijaerts: "In Nederland is er in theorie veel hulp beschikbaar. Maar die hulp bereikt moeilijk de groepen met de meest complexe stapeling van problemen." De promovendus zag daarvoor meerdere oorzaken. "Soms gaat het om mensen met wantrouwen richting instituties. Maar vaak zijn regelingen ook niet georganiseerd op zo'n manier dat ze bij de juiste doelgroep terechtkomen."
Pech of geluk
Mensen met meervoudige, complexe problematiek kunnen erg baat hebben bij een hulpverlener die als sleutelfiguur fungeert tussen verschillende hulpverlenende instanties. "Die kan voor hen in de bres springen. Dat is mooi, maar het zou beter zijn om regelingen voor hulp zo te organiseren dat ze de juiste mensen bereiken. Want wat als je die hulpverlener niet tegenkomt?"
Of je de juiste hulp krijgt, is nu te veel een kwestie van pech of geluk, ziet Goijaerts. "Zelfs binnen dezelfde organisatie zie je grote verschillen in hoe mensen geholpen worden. Er kan geen klik zijn tussen mensen, of een hulpverlener heeft op een dag toevallig veel aan zijn of haar hoofd. De hulpverlening zou zo ingericht moeten zijn dat je daar niet van afhankelijk bent."
Hoofd boven water houden
Goijaerts zag in de interviews dat gezondheids- en sociaaleconomische problemen vaak met elkaar verweven zijn. "Soms heeft iemand schulden en ervaart daardoor stress. Na een tijdje krijgt diegene daardoor gezondheidsklachten. Maar het gebeurt ook andersom: iemand breekt zijn knie, heeft daardoor geen werk en belandt in de schulden."
Daarnaast zag ze vaak een escalatie van problemen. "Het gaat dan al langer niet goed met iemand, maar diegene houdt nog net het hoofd boven water. Zo beschrijven mensen dat ook letterlijk. Ze hebben langere tijd sluimerende gezondheidsproblemen. Als er dan een belangrijk iemand in hun omgeving wegvalt of ze gaan scheiden, dan valt het kaartenhuis ineens in elkaar." Mensen ervaren dan meerdere problemen tegelijk waardoor ze hun weg niet kunnen vinden in de complex georganiseerde verzorgingsstaat.
Kloof tussen beleid en praktijk
Voor haar onderzoek sprak ze ook met middenmanagers (de laag tussen de bestuurder en de werkvloer, red.) van verschillende instanties. Zij ervaren een kloof tussen beleidsambities en de dagelijkse praktijk van hun dienstverlening. "Vanuit het beleid is het idee dat hulp preventief moet werken en integraal georganiseerd moet zijn. In de praktijk lukt dat lang niet altijd." De systemen zijn zo complex dat hulpverleners deze doelen in de praktijk vaak niet kunnen realiseren, zo blijkt uit haar onderzoek.
Om hulp echt preventief te laten werken, zouden mensen veel eerder bij organisaties in beeld moeten komen. In een vroeg stadium kunnen hulpverleners problemen vaak nog makkelijk oplossen. "Managers gaven aan dat hulpverlening in de praktijk pas in beeld komt als er ernstige en meervoudige problemen spelen. Dan is het eigenlijk te laat."
Hoe kan het beter?
De toegang tot hulpverlening zou beter geregeld kunnen worden, ziet Goijaerts. "Nu zijn er allerlei regels die mensen uitsluiten van hulp. Mensen moeten bijvoorbeeld eerst aan hun schulden werken voordat ze bepaalde hulp krijgen. Of ze krijgen geen schuldhulpverlening omdat eerst hun verslaving behandeld moet worden. Door die uitsluitende regels weg te halen, worden problemen eerder aangepakt."
Uit onderzoek blijkt ook dat het helpt om beleid universeel te maken en geen eisen te stellen aan iemands inkomen. "Hoe universeler de toegang tot hulpverlening, hoe minder taboes en stigma"s erop rusten. Mensen durven er dan eerder gebruik van te maken."
Concrete stappen
Daarnaast zou de politiek zich ook moeten richten op concrete stappen met meetbare gezondheidseffecten, in plaats van abstracte beleidsstrategieën. Zo voorkomt de politiek dat beleid vastloopt of op een abstract niveau blijft hangen zonder tot de praktijk door te dringen. "Je kunt bijvoorbeeld als doel stellen om binnen vijf jaar alle sociale huurwoningen schimmelvrij te maken. Dat heeft een duidelijk gezondheidseffect. Je kunt niet alles tegelijk oplossen, maar je hebt dan in ieder geval iets concreets gedaan."
Bron: LUMC
/H325_ISS_23782_03419.jpg)
/d_650_0092.jpg)
/a_650_0917.jpg)
/a_650_1801.jpg)
/G_650_403.jpg)
/G_650_256.jpg)
/H325_INH_19060_166685.jpg)
/c_650_0350.jpg)
