Het is goed dat somberheid en depressie steeds beter bespreekbaar worden
De derde maandag van januari zou de meest depressieve dag van het jaar zijn en dankt daaraan zijn bijnaam: Blue Monday. “Het is goed dat somberheid en depressie onder andere door Blue Monday steeds beter bespreekbaar worden”, zegt psychiater Michiel Bosman .
Elk jaar staan de media vol met berichten over Blue Monday, de dag waarop wij ons massaal somber, verdrietig en depressief zouden voelen. De somberte zou komen door de feestdagen die voorbij zijn, de goede voornemens waar we ons nu alweer niet aan gehouden hebben, de donkere, koude dagen en de lente die nog lang op zich laat wachten. Hoewel het allemaal best plausibel klinkt, is Blue Monday gewoon een publiciteitsstunt zegt psychiater Michiel Bosman: “Blue Monday is bedacht door Engelse reclamejongens voor een van hun klanten: een reisbureau. Want wat is nou beter tegen neerslachtigheid dan een tripje naar de zon? Vervolgens zocht het bureau een psycholoog die zijn naam aan de door het reclamebureau bedachte theorie wilde verbinden.”
Somber in de winter?
Maar zit er dan geen kern van waarheid in Blue Monday? Zijn we niet wat somberder in januari? Het lijkt erop dat dat voor de gemiddelde Nederlander juist níet geldt, legt Bosman uit: “De Nederlandse professor Huibers vroeg 14.000 mensen een vragenlijst over psychische klachten in te vullen. Mensen zeiden in de zomer en de herfst juist vaker somber te zijn. Wel zijn er mensen die last hebben van een winterdip of winterdepressie. De symptomen daarvan lijken erg op die van een ‘normale depressie’. Kenmerkend voor een winterdepressie is dat je vaak veel meer behoefte hebt aan slaap en eten, vooral zoetigheid. En een ‘normale depressie’ komt uiteraard ook in de winter voor.”
Ondanks dat Blue Monday een verzinsel is, vindt Bosman het prima dat het elk jaar weer een issue is. “Het is goed dat depressie aandacht krijgt. Er zijn ontzettend veel mensen die ermee te maken krijgen.” Hij adviseert mensen die depressief of somber zijn om professionele hulp te zoeken. “Daarnaast helpt het om genoeg te bewegen, vooral buiten, genoeg te ontspannen en in contact te blijven met de mensen in je omgeving.”
Depressie in cijfers
In Nederland krijgt bijna 20 procent van de volwassenen (18-64 jaar) ooit in het leven te maken met een depressie. In de periode van één jaar geldt dat voor ongeveer 5 procent van de volwassenen. In absolute aantallen maken zo’n 546.500 volwassenen per jaar een depressieve episode door. Jaarlijks krijgen zo’n 135.600 volwassenen voor het eerst een depressie (incidentie). Inclusief jongeren en ouderen hebben naar schatting bijna 800.000 mensen een stemmingsstoornis.