Het VN-comité stelt over bijna alle artikelen van het VN-verdrag Handicap vragen
In oktober dit jaar of begin volgend jaar gaan de Verenigde Naties Nederland toetsen op de uitvoering van het VN-verdrag Handicap. Het VN-comité in Geneve heeft hiervoor een lijst met vragen ('List Of Issues' / LOI) gemaakt en aan de Nederlandse staat gestuurd. Het comité heeft de vragenlijst opgesteld aan de hand van de rapportage van de Nederlandse staat uit 2018, de (geactualiseerde) rapportages van het College voor de Rechten van de Mens en van de Alliantie VN-verdrag Handicap en MindRights.
Drie rode draden in de vragen aan de Nederlandse overheid
Het VN-comité stelt over bijna alle artikelen van het VN-verdrag Handicap vragen. Van onderwijs, werk, inkomen en mobiliteit tot zorg en ondersteuning, recht op privacy, crisiscommunicatie en humanitaire noodsituaties en beleid rond dwang en drang.
Drie rode draden die door de vragen heen lopen zijn:
1. Van medisch model naar sociaal model
Het is niet de beperking die iemand gehandicapt maakt, maar de combinatie van de beperking en de ontoegankelijkheid van de maatschappij. Als de maatschappij toegankelijker is, is iemand met een beperking minder gehandicapt. Zo vraagt het comité aan de Nederlandse staat om de implementatie van het VN-verdrag, inclusief de Wet gelijke behandeling handicap en chronische ziekte (Wgb-h/cz) in aanpak en in terminologie en woordkeuze niet meer vanuit het medisch model uit te voeren maar vanuit het mensenrechten model (sociaal model). Dat betekent concreet dat het weghalen van drempels dus niet bij degene met een beperking ligt. Een voorbeeld daarvan is de toewijzing van hulpmiddelen.
2. Nakomen van de verdragsverplichtingen
Het VN-verdrag is niet vrijblijvend. De overheid is verplicht hier iets mee te doen. Dat vraagt om heldere afspraken, deadlines en handhaving door de Nederlandse overheid, inclusief de gemeenten. Het comité maakt zich ook zorgen om de rechtsongelijkheid tussen gemeenten. Het comité wil bijvoorbeeld weten hoe het is gesteld met de mogelijkheid om vrij te kunnen kiezen waar je wil wonen en met wie. Ze willen weten of er voldoende financiële ondersteuning is voor de persoonlijke assistentie van mensen met een beperking om hen in staat te stellen zelfstandig in de maatschappij te leven. Ze vragen om ervoor te zorgen dat de verschillen in criteria die door gemeentelijke autoriteiten worden toegepast tot een minimum worden beperkt.
2. Data verzamelen
Er is op vrijwel alle onderwerpen inzicht (data, cijfers) nodig om de huidige situatie van mensen met een beperking te bepalen. En ook om met data en cijfers de voortgang van de implementatie van het VN-verdrag te kunnen monitoren. Het comité vraagt de overheid bijvoorbeeld om inzicht te geven in het aantal mensen dat onder mentorschap, curatele of voogdij staan, uitgesplitst naar leeftijd, sekse en beperking. Ook vragen zij om inzicht te geven in het aantal kinderen in het speciaal onderwijs en in het reguliere onderwijs met beperkingen, uitgesplitst naar leeftijd, sekse en beperking.
Vervolgstappen
De komende maanden gaan de betrokken ministeries aan de slag met het beantwoorden van de vragen. In oktober 2022 of maart 2023 bespreekt het comité in Geneve de antwoorden met de Nederlandse overheid. Ook zijn hier mensen van de belangenbehartigingsorganisaties en het College voor de Rechten van de Mens bij aanwezig. Aansluitend publiceert de VN haar conclusies en Nederland krijgt daarmee een “rapportcijfer” van het VN-comité.
De ‘List of Issues’ is op de website van Ieder(in) te downloaden. Aan een Nederlandse vertaling wordt op dit moment nog gewerkt. Deze wordt aan dit webbericht toegevoegd zodra deze gereed is.
Lees ook ons eerdere webbericht: Schaduwrapport uitvoering VN-verdrag Handicap naar Geneve – Ieder(in)