Met de komst van nieuwe medicijnen is de behandeling effectiever geworden en zijn de intensieve therapieën met interferon overbodig geworden

Na opname in het basispakket van de nieuwe generatie middelen voor de behandeling van hepatitis C nam het aantal gebruikers aanvankelijk sterk toe. Na een piek in het eerste kwartaal in 2016 daalde het aantal gebruikers weer. Sinds de zomer van 2017 gebruiken ongeveer 275 patiënten per maand zo’n middel. Dat schrijft de SFK in het Pharmaceutisch Weekblad.

In Nederland hebben naar schatting van het RIVM 28.000 patiënten een chronische hepatitis C-virusinfectie (HCV). De meesten van hen weten – mede vanwege de asymptomatische klachten waarmee hepatitis C gepaard gaat – niet dat ze geïnfecteerd zijn. Tot 2015 werd chronische HCV behandeld met ribavirine en wekelijkse interferoninjecties gedurende zes tot twaalf maanden, met 50-80% kans op genezing.

Met de komst van nieuwe medicijnen is de behandeling effectiever geworden en zijn de intensieve therapieën met interferon overbodig geworden. De nieuwe behandelcombinaties met de zogenoemde direct acting antiviral agents (DAA) geven weinig bijwerkingen en kennen een slagingspercentage van meer dan 90% bij een behandelingsduur van 12 tot 24 weken, in sommige gevallen zelfs korter.

Sterk uit de startblokken
Na de introductie van de nieuwe generatie HCV-middelen was vanwege hun hoge prijs vergoeding uit het basispakket voorbehouden aan patiënten die al ernstige leverschade hadden. Nadat overheid en leveranciers van de DAA’s afspraken maakten over de prijs van de middelen, heeft de minister van VWS de nieuwe HCV-middelen vanaf oktober 2015 toegelaten tot het basispakket voor patiënten in alle ziektestadia.

Deze verruiming van de aanspraak op nieuwe HCV-behandelcombinaties leidde tot een flinke stijging van het aantal gebruikers. Hun aantal liep op van 425 patiënten in oktober 2015 tot 830 twee maanden later. In februari 2016 werden 1110 patiënten behandeld. Dit naar verhouding grote aantal kan worden verklaard doordat veel patiënten hadden gewacht met hun HCV-behandeling tot ze in aanmerking zouden komen voor de nieuwe generatie van deze middelen.
Het aantal gebruikers nam weer af vanaf maart 2016 en daalde vooral sterk in de periode mei tot en met augustus van dat jaar. 

Momenteel zijn er zo’n 275 gebruikers per maand, van wie ongeveer 75 met de behandeling starten.
Harvoni, Epclusa en Maviret zijn momenteel de meest gebruikte nieuwe HCV-middelen. Het zijn alle drie combinatiepreparaten van twee DAA’s. Harvoni is het langst op de markt, sinds november 2015, Epclusa sinds april 2017 en Maviret sinds maart 2018. Deze drie HCV-middelen zijn samen goed voor meer dan 90% van de markt. De kosten per dag voor het gebruik van ieder van deze drie middelen komen, gebaseerd op de officiële apotheekinkoopprijzen (AIP), uit op ongeveer € 550.

Prijsafspraken
De (voornamelijk poliklinische) apotheken declareerden in de eerste helft van dit jaar € 19,7 miljoen aan materiaalkosten bij de zorgverzekeraars voor alle nieuwe generatie HCV-middelen samen. Vanwege de geheime aard van de prijsafspraken tussen overheid en fabrikanten is onbekend waarop de kosten daadwerkelijk uitkomen; er wordt achteraf verrekend.