Harmonisering vereenvoudigt de klachtenprocedure voor jeugdhulpaanbieders 

Het klachtrecht in de Jeugdwet kent andere regelingen dan het klachtrecht in de Wet kwaliteit, klachten en geschillen in de zorg (Wkkgz). Uit onderzoek van het Nivel en de Hogeschool Leiden blijkt dat de voor- en nadelen van het toepassen van de klachtenregeling uit de Wkkgz in de Jeugdwet elkaar in evenwicht houden. Aanleiding van dit onderzoek naar harmonisering was de toezegging van de Minister van VWS om de Jeugdwet aan te laten sluiten bij de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz). Het onderzoek is door de minister aangeboden aan de Tweede Kamer (brief 1775741-213639-J).

De klachtenregeling op grond van de Wkkgz verplicht een zorgaanbieder een regeling te treffen voor een ‘effectieve en laagdrempelige opvang en afhandeling van hem betreffende klachten’. Daarnaast dient hij zich aan te sluiten bij een erkende geschilleninstantie. Deze geschilleninstantie kan een bindende uitspraak doen en een schadevergoeding toekennen tot in ieder geval € 25.000. Het klachtrecht in de Jeugdwet is bedoeld voor klachten over de jeugdzorg.

Harmonisering vereenvoudigt de klachtenprocedure voor jeugdhulpaanbieders die onder beide wetten vallen
Het aanpassen van het klachtrecht in de Jeugdwet aan die in de Wkkgz zou voordelen kunnen hebben voor een zorgaanbieder die onder beide wetten valt; dan zou deze namelijk maar één regeling hoeven te hebben in plaats van twee. In praktijk lijken deze aanbieders echter weinig problemen te ervaren als gevolg van de twee geldende regelingen.

Klachtrecht mogelijk overzichtelijker voor cliënten
Harmonisatie kan ook voor cliënten gunstig zijn; de overzichtelijkheid van het klachtrecht zou kunnen toenemen. Het effect hiervan moet echter niet worden overschat, omdat er in de praktijk nog meer klachtenregelingen zijn waar jeugdhulpaanbieders en hun cliënten mee te maken hebben.

Mogelijk meer teleurstelling door afgewezen claims
Invoering van de vereiste van een geschilleninstantie in de Jeugdwet, met de mogelijkheid van het indienen van een claim, kan betekenen dat er minder aandacht is voor de klacht en dat de nadruk wordt gelegd op het financiële aspect. Daarbij ligt het voor de hand dat de overgrote meerderheid van de claims in de praktijk zal worden afgewezen, wat tot teleurstelling zal leiden bij klagers.

Meer urgente knelpunten
Naast de voor-en nadelen van de harmonisatie kwamen er tijdens het onderzoek knelpunten binnen het huidige klachtrecht aan het licht. Klachtrecht zou laagdrempelig moeten zijn en gericht op het oplossen van problemen. Voor cliënten is het belangrijk dat goed naar hen wordt geluisterd en dat zij (en hun problemen) serieus worden genomen. Hier is, binnen de kaders van de Jeugdwet, nog winst te behalen. Daarnaast geldt dat het huidige klachtrecht van de Jeugdwet én van de Wkkgz niet goed lijken te passen bij problemen wanneer er sprake is van een samenwerking van meerdere organisaties in een keten of netwerk. Die samenwerking is kenmerkend voor veel vormen van intensieve jeugdhulp. Dit past niet bij een procedure die uitgaat van een behandeling door een individuele zorgaanbieder.

Over het onderzoek
Voor het onderzoek is gebruikgemaakt van verschillende onderzoeksmethoden: documentenanalyse; secundaire analyse van interviewdata; gesprekken met sleutelfiguren; een meeting met juridische experts; twee forumdiscussies met veldpartijen en experts ; drie panelgesprekken en drie interviews met cliënten in de jeugdzorg (jeugdigen en ouders); en een afsluitende ‘invitational meeting’.

Nog lopende evaluatie van de Wkkgz
Parallel aan dit onderzoek loopt het evaluatieve onderzoek van de Wkkgz, dat op dit moment nog gaande is en eind 2020 zal worden afgerond. Hierin wordt expliciet ingegaan op de klachtenregeling binnen de Wkkgz en de geschilleninstanties. Voor een goede afweging over de harmonisering zullen ook de resultaten van de evaluatie van de Wkkgz van belang zijn.