Jaarlijks verliezen ruim 12 duizend jongeren een ouder
Bijna 100 duizend jongeren (0- tot 25-jarigen) waren eind 2021 halfwees. Ruim 1,5 duizend jongeren hadden zowel geen vader als geen moeder meer. Sinds 2000 neemt het aantal jongeren dat (half)wees wordt af, maar in coronajaren 2020 en 2021 was er juist een stijging. Jongeren verloren vooral vaker hun vader. Nieuwvormingen, waaronder kanker, waren de vaakst voorkomende doodsoorzaak. Dit blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Eind 2021 woonden er 4,9 miljoen jongeren in Nederland. Van 4,7 miljoen was minimaal één ouder bekend. Ruim 2 procent van hen (100 duizend) was halfwees: één van beide ouders is overleden. 64 duizend jongeren verloren hun vader in hun jeugd en bijna 35 duizend hun moeder.
Jaarlijks verliezen ruim 12 duizend jongeren een ouder
Sinds 2000 verliezen jaarlijks gemiddeld ruim 12 duizend kinderen jonger dan 25 jaar een ouder. In lijn met de stijgende levensverwachting in de afgelopen decennia nam het aantal jongeren van wie een ouder overleed geleidelijk af. In de eerste twee coronajaren (2020-2021) nam het toe. Ruim 1,3 duizend jongeren verloren in die periode een ouder aan COVID-19. Dat is 6 procent van de 22,6 duizend jongeren van wie toen een ouder overleed.
Vooral jongvolwassenen verliezen ouder
Jongvolwassenen (18- tot 25-jarigen) hebben een grotere kans om (half)wees te worden dan jongere mensen omdat hun ouders over het algemeen ouder zijn. In 2021 raakten 6 640 jongvolwassenen hun moeder of vader kwijt. In datzelfde jaar verloren 2 850 12- tot 18-jarigen een ouder, 1 400 6- tot 12-jarigen en 650 kinderen jonger dan 6 jaar.
Nieuwvormingen vaakst voorkomende doodsoorzaak onder ouders van jongeren
In de afgelopen drie jaar lieten gemiddeld per jaar ongeveer 3,5 duizend vaders en 2 duizend moeders één of meerdere kinderen jonger dan 25 jaar achter.
Onder moeders van jongeren waren kanker en andere nieuwvormingen met 60 procent de vaakst voorkomende doodsoorzaken in de afgelopen drie jaar (2019-2021). Daarna volgden overige natuurlijke doodsoorzaken (12 procent) en ziekten van hart en vaatstelsel (10 procent). 5 procent van de overleden moeders (100 keer per jaar) maakte zelf een einde aan haar leven.
Vaders van jongeren stierven ook het vaakst aan nieuwvormingen, maar met 40 procent naar verhouding minder vaak dan moeders. Daarna volgden hart- en vaatziekten (18 procent) en overige natuurlijke doodsoorzaken (16 procent). Bij 8 procent van de vaders was zelfdoding de doodsoorzaak (275 keer per jaar).
In de eerste twee jaar van de coronapandemie (2020-2021) was COVID-19 de doodsoorzaak bij bijna 6 procent van de overleden ouders van jongeren: 503 vaders en 136 moeders.