Vooral met pensioen of werkgeverswissel is een reden van stoppen
Het percentage medewerkers dat de sector verlaat blijkt veel kleiner dan gedacht. Dat is de opvallende uitkomst uit het uitstroom-onderzoek voor de ouderenzorg dat ActiZ, branchevereniging van zorgorganisaties, liet uitvoeren. ‘Zeker als we dieper inzoomen op de redenen voor vertrek, komen de verschillen goed naar boven en blijkt de beïnvloedbare uitstroom door werkgevers veel kleiner’, stelt José van Vliet, voorzitter van de ActiZ themacommissie Arbeid. Het grootste gedeelte van de mensen die vertrekken bij hun werkgever gaat met pensioen of blijft wel in de sector werken. ‘Dit onderzoek helpt werkgevers in onze sector gericht actie te ondernemen om medewerkers zo veel mogelijk te motiveren om in onze mooie sector te blijven.’
Kleine groep beïnvloedbaar werkgever
‘Wat is de precieze uitstroom van medewerkers in de verpleging-, verzorging en thuiszorg?’ Met die onderzoeksvraag ging onderzoeksbureau ABF Research voor ActiZ aan de slag. ActiZ gaf opdracht voor de analyse omdat er veel verschillende beelden over uitstroom uit de sector bestaan. Van alle medewerkers in de sector stopt jaarlijks bijna 20 procent met hun baan bij een zorgorganisatie. ‘Dat lijkt een hoog percentage, maar blijkt relatief nu we de redenen van die uitstroom verder onder de loep hebben genomen’, stelt José van Vliet. Uit de analyse blijkt dat slechts 7,3 procent van de totale uitstroom van medewerkers beïnvloedbaar is door werkgevers. Een percentage dat lager is dan in de sectoren voor Zorg & Welzijn. Zie ook de infographic met de uitkomsten van het onderzoek.
Het merendeel van de medewerkers is tevreden over het werk en de werkgever
José van Vliet\voorzitter ActiZ themacommissie Arbeid
Reden stoppen: vooral met pensioen of werkgeverswissel
Eind 2020 werkten ruim 440.000 mensen in de verpleging-, verzorging- en thuiszorgsector (dat zijn inmiddels al bijna 460.000 mensen). Van Vliet: ‘Het merendeel van de mensen die stoppen bij een werkgever doen dat om verschillende redenen: 1). medewerkers gaan met pensioen, stoppen omdat het een bijbaan of stage was, 2). Zij moeten stoppen vanwege arbeidsongeschiktheid of 3). Ze gaan aan de slag bij een andere werkgever in de sector.’ ‘Het is goed nieuws dat de groep mensen die de zorg verlaat maar een klein percentage is van het totaal. Bovendien is dit percentage kleiner dan in de andere zorg & welzijn-sectoren’, aldus Van Vliet. ‘Dat komt overeen met de uitkomsten uit de grote werknemersonderzoeken die ActiZ jaarlijks uitvoert; het merendeel van de medewerkers is tevreden over het werk en de werkgever.’
Het merendeel van de mensen die stoppen, gaat met pensioen, stopt met de bijbaan of stage of gaat aan de slag bij een andere werkgever in de sector
José van Vliet\voorzitter ActiZ themacommissie Arbeid
Wel binnen de sector aan de slag
De uitkomst dat een grote groep van de uitstromers overstapt naar een andere werkgever binnen de sector, ziet Van Vliet als positief: ‘Natuurlijk is het vervelend voor een organisatie of een team als iemand vertrekt, maar de mobiliteit van mensen is belangrijk. Zowel voor iemands persoonlijke ontwikkeling, als voor zorgorganisaties. Nieuwe mensen nemen nieuwe ideeën én nieuwe energie mee. Het is daarom mooi om te zien dat veel mensen binnen de sector willen blijven werken.’
Samen zoeken naar verleiding
Bij de groep mensen die hun werkgever verlaat en ook buiten de zorg gaat werken, valt op dat het relatief jonge werknemers zijn (tot 34 jaar). Verder gaat het om mensen met opleidingsniveau mbo-4 en hbo. ‘Dit is waardevolle informatie voor zorgorganisaties’, stelt Van Vliet, ‘Hier kunnen werkgevers gericht mee aan de slag om juist deze groep werknemers actief te begeleiden en samen te zoeken naar wat er nodig is om in de zorg te blijven werken. De nieuwe cao die we recent afsloten biedt daar ook handvatten voor. De medewerker staat hierin echt op één.’
Duiding uitstroomonderzoek ABF Research
Het laatste medewerkerstevredenheidsonderzoek, waaraan 31.593 respondenten uit 57 organisaties meededen, liet zien dat medewerkers in de verpleging, verzorging en thuiszorg trots zijn op hun zinvolle werk. Ondanks de werkdruk en de impact van corona, blijven medewerkers tevreden over hun werk en werkgever. Het overgrote deel wil daarom ook graag in de zorg blijven werken.
- Van de twintig procent zorgmedewerkers die hun baan opzegt bij een zorgorganisatie, vervolgt 7,3 procent hun baan buiten de sector. Dat is een lager percentage dan in de andere Zorg & Welzijn sectoren.
- Van de groep mensen die uitstroomt, start 6 procent van de medewerkers met een nieuwe baan bij een ander zorgorganisatie binnen de VVT.
- Voor 4 procent van uitstromers is het einde van de stage, het beëindigen van een bijbaan of arbeidsongeschiktheid de reden van uitstroom uit de sector. Het is aannemelijk dat een deel van deze groep mensen wel weer aan de slag gaat in de sector. Zo gaan stagiaires doorgaans na hun opleiding met een contract aan de slag en zijn veel mensen die met een bijbaan in de sector werken studenten met een studie gericht op zorg en welzijn.
- Pensioen is voor 2 procent van de uitstroom de reden van vertrek. Deze groep zal de komende jaren groeien als gevolg van de vergrijzing, die ook impact heeft op het medewerkersbestand in de sector.
In de groep medewerkers die uit de VVT-sector vertrekt, komen werknemers tot 34 jaar of met opleidingsniveau mbo-4 en hbo vaker voor dan in andere branches. Zij waren in het onderzoeksjaar in brede zin minder tevreden over hun baan dan andere medewerkers in dezelfde leeftijdsklasse of met hetzelfde opleidingsniveau. Uit de analyse van ABF Research blijkt bovendien dat ze in het onderzoeksjaar grotere ontevredenheid toonden over de contractvorm van het dienstverband, de werkzekerheid, de mogelijkheid om te leren en de wijze van leidinggeven. Deze inzichten vormden mede aanleiding om de cao VVT recent compleet te vernieuwen. De nieuwe cao zet de medewerker op één en biedt medewerkers een sterkere positie als het gaat om het zelf regie houden over werktijden en arbeidsomstandigheden.
Branchebeeld 2021: Werkdruk is hoog, maar zorgmedewerkers blijven erg gemotiveerd