Plasklachten zijn meestal niet het gevolg van een prostaatvergroting of prostaatkanker

Met het stijgen van de leeftijd neemt het aantal mannen met mictieproblemen, ofwel plasproblemen, toe. Het gaat hierbij om klachten als vaker plassen, een zwakkere straal, urineverlies en nadruppelen. Openbare apotheken verstrekten in 2018 aan ongeveer 330.000 mannen een geneesmiddel bedoeld voor die klachten. Dat schrijft de SFK in het Pharmaceutisch Weekblad.

Plasklachten zijn meestal niet het gevolg van een prostaatvergroting of prostaatkanker. Vaak is de precieze oorzaak van de klachten niet duidelijk, maar blijkt de oorzaak in veel gevallen een samenspel van de blaas, de spieren rond de blaas, de prostaat en de bekkenbodemspieren.

Uit bevolkingsonderzoek onder mannen die ouder zijn dan 40 jaar blijkt dat van hen ongeveer één op de vijf last heeft van matige tot ernstige mictieklachten. Mictieproblemen hoeven niet altijd behandeld te worden, omdat de klachten ook vanzelf over kunnen gaan. Daarom kan er ook voor worden gekozen om eerst het beloop van de mictieproblemen aan te zien.

Geneesmiddelen
Indien toch geneesmiddelen worden ingezet zijn volgens de NHG-Standaard Mictieklachten bij mannen zogenoemde alfablokkers eerstekeusmiddelen bij aspecifieke mictieklachten. Met 210.000 gebruikers is tamsulosine het verreweg meest gebruikte middel uit deze groep, gevolgd door alfuzosine met 37.000 gebruikers. Bij onvoldoende verbetering kan een 5-alfa-reductaseremmer, zoals finasteride of dutasteride, worden toegevoegd aan de alfablokker. Vorig jaar gebruikten 28.000 mannen zo’n middel naast een alfaremmer.

Als een patiënt incontinentie als belangrijkste klacht ervaart, komen urologische spasmolytica, zoals solifena-cine of mirabegron, in aanmerking. Vorig jaar kregen 69.000 volwassen mannen een middel uit deze groep. Het gebruik van geneesmiddelen bij mictieklachten neemt met de leeftijd toe van 7 per 1000 bij 40-jarige mannen tot 250 per 1000 mannen van 80 jaar en ouder.

Langer dan zes maanden
Vanwege bijwerkingen, contra-indicaties en interacties die geneesmiddelen bij mictieproblemen kennen, wordt geadviseerd om ze niet langer dan noodzakelijk te gebruiken. Zo hoort na zes weken het effect te worden geëvalueerd en is het advies om na uiterlijk zes maanden de medicatie te stoppen om na te gaan of de klachten wegblijven. Zo niet, dan kan opnieuw met de medicatie worden begonnen.

Uit cijfers van de SFK blijkt dat apotheken aan bijna 50% van de mannen die met geneesmiddelen bij mictieklachten startten, deze middelen na ongeveer een halfjaar opnieuw verstrekten.