In vier regio’s -Amsterdam, Drenthe, Haaglanden en Zeeland- gaan onderzoekers alle bestaande initiatieven op het gebied van bewegen inventariseren
Nee, ze gaan geen nieuwe initiatieven of clubjes opzetten. Sportarts Hans Zwerver en bewegingswetenschapper Inge van den Akker-Scheek gaan juist op zoek naar de beste manieren om alle initiatieven die er al zijn met elkaar verbinden. Ze gaan dat samen met veel partijen en (ex)patiënten doen en krijgen daar een subsidie van €1,8 miljoen van ZonMW voor.
Blijven bewegen lastig voor ex-patiënten
Inge van den Akker-Scheek: ‘In steeds meer ziekenhuizen is een leefstijlzorgloket waar leefstijlcoaches adviezen en begeleiding geven en doorverwijzen naar initiatieven in de regio. Ook bij sportorganisaties en in gemeentes zijn allerlei initiatieven om mensen meer te laten bewegen. Maar we merken dat de overgang van bewegen vanuit de zorg naar zelfstandig thuis blijven bewegen toch heel moeilijk is. Dan valt de begeleiding weg en is het lastig voor deze ex-patiënten om te blijven bewegen. Heel veel initiatieven sluiten niet op elkaar aan. We willen voor (ex-)patiënten daarom een goed doorlopende ‘beweegreis’ ontwikkelen.’
Alle initiatieven goed bij elkaar laten komen
In vier regio’s -Amsterdam, Drenthe, Haaglanden en Zeeland- gaan onderzoekers alle bestaande initiatieven op het gebied van bewegen inventariseren. Vervolgens kijken zij hoe deze zijn georganiseerd en wat er goed werkt en wat niet. Hierdoor kunnen de regio’s van elkaar leren. Inge: ‘Het gaat hier om sociale innovatie. We willen mensen bij elkaar brengen, netwerken opzetten. Dat allemaal met als doel om iedereen blijvend meer te laten bewegen.’
Limburgs voorbeeld van een geslaagd netwerk
Het Beweeghuis in Limburg is volgens haar een mooi voorbeeld. waar een dergelijk netwerk al is gerealiseerd. ‘Daar weet men elkaar goed te vinden. Alle lokale initiatieven om te bewegen zijn bij hen bekend. Ze gaan voor iedere patiënt na wat het beste past. En ze zorgen dat die patiënt met zo’n buurtinitiatief, wandelclub of fietsvereniging in aanraking komt.’ Het Limburgse Beweeghuis gaat hun kennis en praktijkervaring delen in dit onderzoek. Omgekeerd gaan zij nieuwe kennis uit andere regio’s gebruiken.
‘FC Prostaatcarcinoom’ onderdeel van een sportvereniging maken
Volgens Hans Zwerver is inmiddels bewezen hoe zinvol het is om patiënten zo fit mogelijk een operatie te laten ondergaan. ‘Via prehabilitatie krijgen ze een beweegprogramma voorafgaand aan een operatie. Dit is een voorbeeld van een groep die belang heeft bij zo veel mogelijk bewegen, ook nadat ze uit het ziekenhuis en de zorg zijn ontslagen.’ Blijven bewegen buiten de zorgomgeving is volgens hem net zo belangrijk voor mensen die een chronische aandoening hebben. In Scandinavië zag hij voorbeelden van sportteams voor patiëntengroepen. ‘Dat is dan vanuit het ziekenhuis ontstaan. Die teams heten dan bijvoorbeeld FC Diabetes of FC Prostaatcarcinoom. Als zij zich aansluiten bij een bestaande sportvereniging, kan dat voor iedereen waardevol zijn. Zij kunnen de faciliteiten van de club gebruiken en voor een vereniging kan het leiden tot ledenwinst.’
Groter bewustzijn over belang bewegen en grotere plek in onderwijs
Voor Zwerver is het traject geslaagd als er een Beweegreiskompas is ontstaan, dat alle regio’s in Nederland kunnen gebruiken. ‘Dit kompas bevat dan een plan van aanpak over de inhoud van een doorlopende beweegreis, over de manier waarop dat is op te zetten en hoe het kan blijven bestaan.’ Verder wil hij bij sport- en zorgprofessionals het bewustzijn vergroten over het belang dat deze groepen blijven bewegen. ‘En heel belangrijk is ook dat dit in het onderwijs een grotere plek gaat innemen. Zowel in het mbo- en hbo-beweegonderwijs, maar ook in de geneeskunde-opleiding. Bewegen moet onderdeel worden van het therapeutisch arsenaal. Ik wil dat het belang doordringt tot in de haarvaten van zowel de zorg als de sport- en beweegwereld, zodat zoveel mogelijk mensen profiteren van de positieve effecten van bewegen’.
Bron: UMCG