HypoVax Global, opgericht in het LUMC, wil dat veranderen door wereldwijd data te bundelen en onderzoekers gelijkwaardig te laten samenwerken

Vaccins redden miljoenen levens. Toch werken ze niet overal even goed. De bescherming is vaak het zwakst juist in de landen die het hardst getroffen worden door infectieziekten. Een nieuwe studie laat zien hoe een gebrek aan kennis en data de ontwikkeling van betere vaccins vertraagt. HypoVax Global, opgericht in het LUMC, wil dat veranderen door wereldwijd data te bundelen en onderzoekers gelijkwaardig te laten samenwerken.

Vaccins tegen ziekten zoals malaria en rotavirus werken vaak beter in hoge-inkomenslanden dan in lage- en middeninkomenslanden. Dat komt doordat ze meestal "hier" worden ontwikkeld en getest, volledig toegespitst op landen in Europa en Noord-Amerika, de regio die vaak het ‘globale noorden’ wordt genoemd.

Dezelfde vaccins werken vaak minder effectief in landen in het ‘globale zuiden’, zoals in Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Dit verschil in vaccinrespons staat bekend als "vaccin-hyporesponsiviteit." De oorzaken zijn complex: omgevingsfactoren, genetische verschillen tussen mensen, leefstijl en voeding beïnvloeden allemaal hoe het immuunsysteem reageert.

Gebrek aan data
Bijna alle onderzoekdata komt ook uit het globale noorden. Om niet achter te blijven, is ook data uit het globale zuiden nodig. HypoVax Global, een door LUMC-hoogleraar en Spinozaprijswinnaar Maria Yazdanbakhsh opgerichte hub, waarin onderzoekers uit Europa, Afrika, Azië en Latijns-Amerika samenwerken, wil deze kloof overbruggen door datasets uit alle delen van de wereld te combineren.

"Om te begrijpen waarom sommige vaccins minder effectief werken in bepaalde populaties, willen we meer data verzamelen van groepen waarvan de immuunrespons momenteel onderbelicht is," zegt onderzoeker en immuno-epidemioloog Abena Amoah, die ook HypoVax Global leidt.

Het netwerk wil dit bereiken door data uit Europa en Noord-Amerika te koppelen aan data uit Afrika, Azië en Latijns-Amerika. Dit omvat immunologische gegevens, zoals antistofniveaus na vaccinatie, het aantal immuuncellen en immuunmarkers in het bloed, evenals informatie over voeding, leefstijl en genetische factoren. Het combineren van deze data geeft een veel completer beeld van hoe immuunresponsen wereldwijd verschillen.

Laptop kan ongelijkheid al doen afnemen
Koen Stam, datawetenschapper bij LUCID en onderdeel van HypoVax, heeft een duidelijke missie: "Mijn levensmissie is om alle data te harmoniseren en te delen met onze partners zodat we er allemaal van kunnen leren. Zo hebben we bijvoorbeeld data over een malariavaccin in het LUMC maar ook één in Tanzania. Het zou mooi zijn als we die data kunnen vergelijken met een studie uit Equatoriaal-Guinea of Oeganda; om zo verschillen te ontdekken in bijvoorbeeld populatie, vaccinatiestrategie of vaccin-adjuvantia, stoffen die aan een vaccin wordt toegevoegd om de werking van het vaccin te versterken. Uiteindelijk helpt dit ons vaccins te maken die voor iedereen werken, niet alleen voor mensen in hoge-inkomenslanden."

Naast kennisdeling is goede infrastructuur nodig om alle data te verwerken. Dat betekent niet dat landen in het Globale Zuiden dure apparatuur moeten  aanschaffen, een financieel beperkende en onnodige oplossing, aldus Stam. "Het is beter en eenvoudiger om hen een goede laptop te geven en mensen te leren hoe ze data kunnen analyseren. Wij geloven dat dit een krachtige manier is om ongelijkheid te verminderen."

Amoah vult aan: "Door onderzoekers uit het Globale Zuiden op het LUMC op te leiden, kunnen zij zelf de data analyseren die ze verzamelen. Als eigenaars van deze data verdienen zij de kans om dit zelfstandig te doen, zonder dat ze het hoeven te sturen naar dure laboratoria in het Noorden."

Scepsis vanwege de geschiedenis
Samenwerken op gelijke voet is een kernprincipe van de hub, waar wederzijds vertrouwen een sleutelrol speelt. "Partners kunnen sceptisch zijn vanwege de lange geschiedenis van onderzoekspraktijken, soms teruggaand tot koloniale tijden. Vaak ging het zo: 'Wij hebben de technologie, jullie hebben de kennis uit het veld. Wij nemen jullie monsters, jullie naam komt ergens in het artikel, maar jullie hoeven de resultaten niet te begrijpen.' Hoewel het inmiddels beter gaat, blijft deze geschiedenis van uitsluiting in het geheugen van veel onderzoekers aanwezig," zegt Amoah.

Mikhael Manurung, onderzoeker bij LUCID en ook onderdeel van HypoVax, voegt toe: "Voor onderzoekers in het globale zuiden kan het moeilijk zijn te geloven dat we echt gelijkwaardig willen optrekken. Daarom betrekken we hen actief bij het duiden van data die uit hun studies voortkomen. Ze komen naar onze vergaderingen, en we benadrukken hoe waardevol het is om hier aan trainingen mee te doen."

Hij werkt aan een studie om te begrijpen waarom malariavaccins minder effectief zijn in landen waar malaria veel voorkomt, zoals Equatoriaal-Guinea en Tanzania. "We vergelijken vaccinresponsen daar, met die in Duitsland en Nederland. Door alle data samen te brengen, kunnen we de verschillen en overeenkomsten in immuunresponsen beter begrijpen." Daarbij helpen zulke onderzoeken volgens Manurung ook om een verband te zien met vaccinaties bij oudere mensen in het globale noorden. “In die groep werken vaccinaties vaak minder optimaal. Zo kunnen we van elkaar leren hoe we die reacties beter kunnen maken."

Zijn droom is dat elk onderzoekscentrum uiteindelijk deze metingen zelfstandig kan uitvoeren: "Iedereen kan dan eigenaar zijn van zijn data, eigen vragen stellen en nieuwe inzichten genereren die de lokale bevolking ten goede komen."

Iedereen moet zich veilig voelen bij het delen van data
De voordelen van deze manier van samenwerken staan in het artikel dat onlangs verscheen in het wetenschappelijke tijdschrift The Lancet Microbe, waarin het belang van kennishubs zoals HypoVax Global wordt benadrukt.

Amoah besluit: "Als je een probleem zoals een lage vaccinrespons echt wilt begrijpen, kun je niet alleen naar mensen in rijke landen kijken. Je moet samenwerken met mensen in de regio's waar het probleem zich voordoet. Dat betekent mensen samenbrengen, vertrouwen opbouwen, opleidingsmogelijkheden bieden en duidelijke afspraken maken binnen de samenwerking zodat iedereen zich veilig voelt bij het delen van data. Alleen dan kunnen we een sterk wereldwijd netwerk opbouwen."

Bron: LUMC