Jaarlijks sturen apothekers zo'n 35.000 IMM-recepten naar de IGJ ter controle

Ieder jaar moeten apothekers ongeveer 35.000 kopieën van zogenoemde IMM-recepten opsturen naar de IGJ (Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd), zodat de Inspectie daarop toezicht kan houden. KNMP en IGJ hebben de SFK gevraagd om te helpen deze administratieve last voor de apotheken te verminderen. Vanaf nu kunnen apothekers zich aanmelden.

Vanuit de Opiumwet rust de plicht op apothekers om driemaandelijks aan de IGJ een kopie ts sturen van de IMM-recepten op grond waarvan een Opiumwetgeneesmiddel is afgeleverd. IMM staat voor in manu medici en betekent ‘geef in handen van de arts’. Een voorschrijver schrijft dit op een recept als het de bedoeling is dat het betreffende geneesmiddel niet aan de patiënt wordt verstrekt maar aan de arts.

De reden daarvoor kan zijn dat de arts het geneesmiddel toepast of heeft toegepast bij de patiënt thuis. Ook recepten die artsen uitschrijven voor zichzelf zijn IMM-recepten, evenals de recepten om de inhoud van de dokterstas (aan) te vullen. Het NHG (Nederlands Huisartsen Genootschap) ondersteunt huisartsen daarbij met de checklist spoedgeneesmiddelen.

Vooral morfine
Op basis van de door de SFK geregistreerde gegevens stond in 2015 en 2016 op ongeveer 35.000 recepten van Opiumwetgeneesmiddelen de aanduiding IMM. Van dat aantal moeten apothekers dus een kopie opsturen naar IGJ. Dit komt neer op gemiddeld ongeveer achttien recepten per jaar per apotheek. Het aantal recepten per apotheek per jaar varieert daarbij van zo’n duizend recepten tot een enkel recept.

Het is niet ongebruikelijk dat het aantal van dergelijke recepten van jaar tot jaar binnen één apotheek sterk uiteenloopt. Uit cijfers van de SFK blijkt dat er soms meer dan een factor tien bestaat tussen de aantallen in opeenvolgende jaren. Minder variatie blijkt er te zijn in het totaal aantal recepten per jaar voor alle apotheken. Ook in 2017 ziet het ernaar uit dat het aantal op ongeveer 35.000 uitkomt.

De mate waarin Opiumwetmiddelen op de IMM-recepten voorkomen, varieert eveneens weinig. Zo bedroeg in de jaren 2015 en 2016, en in de eerste tien maanden van 2017, het aandeel van morfine op de IMM-recepten meer dan 85%. Van fentanyl kwam het aandeel in die perioden uit tussen de 6% en 11%.

Inzien bij SFK
In plaats van het opsturen van kopieën van recepten biedt de SFK apotheken de mogelijkheid om aan SFK toestemming te verlenen om IGJ inzage te geven in de IMM-Opiumwetrecepten, die bij de SFK zijn opgeslagen. De selectie van de IMM-Opiumwetrecepten uit de SFK-data vindt plaats aan hand van bijzonder kenmerk ‘Opiumwet’ dat in de G-Standaard aan een geneesmiddel hangt en aan de hand van de IMM-aanduiding in de doseringsinformatie die de apotheker vastlegt. Apothekers die SFK niet machtigen om hun gegevens door IGJ te laten inzien, kunnen gewoon kopieën van recepten blijven sturen naar IGJ.

Het is de bedoeling dat IGJ in de tweede maand na afloop van een kwartaal toegang krijgt tot de IMM-receptgegevens van de apotheken die de SFK daartoe hebben gemachtigd. Alle deelnemers van de SFK kunnen na iedere data-aanlevering de volgende dag het overzicht inzien van de geselecteerde IMM-recepten (www.sfk.nl/imm-inzage).

Apotheken moeten SFK wel machtigen om IGJ inzage te geven in uitsluitend de IMM-Opiumwet-recepten. Dat kan vanaf nu (www.sfk.nl/igj). Voor apotheken met een combi-abonnement is dit gratis, voor deelnemers zonder combi-abonnement brengt de SFK vanaf 2018 jaarlijks € 25 administratiekosten in rekening.