Per 1 januari 2018 is de Wajong-uitkering verlaagd van 75 procent van het minimumloon naar 70 procent.
Duizenden jonggehandicapten mogelijk onder armoedegrens door verlaging uitkering. Dit is de kop van een artikel dat afgelopen weekend bij de Volkskrant verscheen. Wat is er aan de hand?
Per 1 januari 2018 is de Wajong-uitkering verlaagd van 75 procent van het minimumloon naar 70 procent. Dit geld voor jonggehandicapten waarvan wordt aangenomen dat zij kunnen werken, maar dat nog niet doen. Deze groep kan een beroep doen op een toeslag via het UWV om toch nog op het sociaal minimum uit te komen.
Volgens een recent rapport van het UWV hebben 30 duizend jonggehandicapten die toeslag niet of nauwelijks aangevraagd. Gevreesd wordt nu dat deze jongeren – na de korting en zonder toeslag - onder de armoedegrens leven.
Aanvragen toeslag
Onduidelijk is waarom de toeslagen niet zijn aangevraagd. Waarschijnlijk heeft het te maken met de onbekendheid met mogelijkheid om de toeslag aan te vragen of omdat veel mensen denken dat ze er toch niet voor in aanmerking komen. Ieder(in) berichtte eerder over het aanvragen van de toeslag.
Loondispensatie: nog meer bureaucratie
Deze gang van zaken met de Wajong-toeslag geeft ook te denken over het loondispensatie-plan van staatssecretaris Tamara van Ark. Als dat plan doorgaat moeten arbeidsgehandicapten straks zelf een aanvulling aanvragen als ze bijvoorbeeld gedwongen worden onder het minimumloon te werken. Zij moeten dan bij hun gemeente aanvullende bijstand zien te regelen om op het minimumloon te komen.
Ook deze regeling pakt oneerlijk en bureaucratisch uit. Het levert dezelfde problemen op als met de Wajongtoeslag. Door het plan loondispensatie kunnen grote groepen arbeidsgehandicapten onder de armoedegrens komen, vreest Ieder(in). Een breed front van maatschappelijke organisaties verzet zich tegen dit plan en wil de staatssecretaris dit plan schrapt.