Er is over die onafhankelijkheid de meeste discussie in media en politiek

In een brief aan staatssecretaris Knops van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties doet de Inspectieraad vijf concrete voorstellen om een nieuwe stap te kunnen zetten in een ontwikkeling die vijf jaar geleden is ingezet. Toen ging de regeling Aanwijzingen inzake rijksinspecties in werking waarmee de relatie tussen ministeries en inspecties formeel werd gereguleerd. Onder andere een Wet op de rijksinspecties en eenduidige afspraken over totstandkoming en verdeling van budgetten kunnen de onafhankelijke positionering van de rijksinspecties nog steviger verankeren.

De Inspectieraad bestaat uit de inspecteurs-generaal en hoofden van de samenwerkende rijksinspecties. De rijksinspecties werken samen om effectiever op te treden en beter toezicht te houden. Verder gaan ze een onnodige stapeling van inspecties tegen.  

Focus op onafhankelijke positionering
De brief focust op het thema ‘onafhankelijke positionering van de rijksinspecties’, omdat dit het centrale onderwerp is in de Aanwijzingen, en dus het meest relevant voor de evaluatie daarvan. Bovendien is over die onafhankelijkheid de meeste discussie in media en politiek. Het gaat dan vooral om de relatie tussen de rijksinspecties en de ministeries en bewindspersonen. De Aanwijzingen geven spelregels voor die relatie en stellen grenzen aan de bemoeienis door de ministers en staatssecretarissen.

Tijd voor nieuwe stap
In zijn brief aan de staatssecretaris schrijft de voorzitter van de Inspectieraad Jan van den Bos dat de inspecties positief oordelen over de veranderingen die de Aanwijzingen hebben gebracht. “Tegelijk zien ze dat de (maatschappelijke en bestuurlijke) ontwikkelingen verder gaan, en dat het nodig is de condities voor hun onafhankelijk optreden verder te verbeteren.”

Vijf voorstellen
De Inspectieraad doet in zijn brief hiervoor vijf concrete voorstellen:  

  • Regel de onafhankelijkheid in een Wet op de rijksinspecties;
  • Waar dat nog niet het geval is: maak de inspecteurs-generaal budgetverantwoordelijke voor de middelen die voor de betreffende inspecties beschikbaar zijn;
  • Zorg voor een adequate onderbouwing van het jaarlijks beschikbare budget en benut daarvoor instrumenten als risicoanalyses;
  • Geef rijksinspecties bestedingsvrijheid binnen het (als lumpsum uitgekeerde) budget;
  • Ontwikkel een nieuw governancemodel voor de relatie tussen inspectie en de rest van het ministerie waar alle departementen/onderdelen van kunnen profiteren. Besteed daarin aandacht aan thema’s als (de dialoog over) planvorming en verantwoording, en de relatie tussen nieuwe taken en bijbehorende financiële middelen.

Met deze voorstellen willen de inspecties zichzelf nog beter in staat stellen om publieke belangen te behartigen.