Dat blijkt uit de analyse van de gevolgen van de corona-uitbraak voor de langdurige zorg die de NZa maandelijks uitbrengt

In de laatste week van januari waren er 5016 meer lege bedden in Nederlandse verpleeghuizen dan voor de corona-uitbraak. Dat is bijna net zoveel als het dieptepunt in mei vorig jaar. Toen waren 5252 meer bedden leeg dan normaal. Dat blijkt uit de analyse van de gevolgen van de corona-uitbraak voor de langdurige zorg die de Nederlandse Zorgautoriteit maandelijks uitbrengt.

Het aantal mensen dat een indicatie krijgt voor langdurige zorg is vergelijkbaar met voorgaande jaren. In de eerste week van februari (de meeste recente cijfers) neemt dat aantal iets toe. Het lijkt erop dat mensen die deze zorg nodig hebben wel al een indicatie aanvragen. Maar de opname wordt in een deel van de gevallen uitgesteld. In de tussentijd ontvangen zij meestal zorg thuis.

Wachtlijsten
Na een toename in oktober zien we dat het aantal wachtenden op de wachtlijst niet verder stijgt. Op 1 januari 2021 staan er in totaal 23.044 personen op de wachtlijst. Dit zijn er nog steeds ongeveer 840 meer dan op 1 januari 2020. 

Lege bedden
Het aantal lege bedden in verpleeghuizen nam in de zomer af. Maar vanaf de week van 12 oktober nam de leegstand weer toe. Eind oktober waren er 1.742 lege bedden. Eind januari zijn er 5016 meer bedden leeg dan voor de corona-uitbraak. De bezettingsgraad is dus gedaald. In de loop van januari zijn verpleeghuizen gestart met het vaccineren van bewoners en personeel van verpleeghuizen. Welk effect dit heeft op de leegstand in verpleeghuizen zal in volgende rapportages moeten blijken. 

Overleden
In de week van 28 december tot 3 januari overleden 1757 mensen met een indicatie voor langdurige zorg. Dat is het hoogste aantal sinds de piek tijdens de eerste golf. Daarna neemt het aantal mensen dat overlijdt af. Maar dit blijft nog steeds iets hoger dan normaal in deze periode van het jaar.

Verzuim
In januari 2021 was het totale landelijke verzuimpercentage in de zorg 7,7%. In januari 2020 was dat nog 6,9%. Het verzuim was begin januari in de verpleging, verzorging en thuiszorg het hoogst (9,4%). In de geestelijke gezondheidszorg was het verzuim het laagst (6,3%).