Bij de herziene prestatie van de GDV heeft de NZa een nieuwe bekostiging voor ogen

De KNMP gaat in beroep tegen de herziene prestatie voor de geïndividualiseerde distributievorm (GDV) bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb). Dit college is de hoogste rechter op het gebied van economisch bestuursrecht. De apothekersorganisatie wendt zich tot het CBb nadat de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) het bezwaar tegen de herziene prestatie ongegrond heeft verklaard. Diezelfde route legt de KNMP eveneens af tegen de nieuwe facultatieve prestatie.

Bij de herziene prestatie van de GDV heeft de NZa een nieuwe bekostiging voor ogen. Apothekers zouden met ingang van 2023 dan niet meer een terhandstelling per geneesmiddel in de GDV in rekening mogen brengen. In plaats daarvan gaat één tarief gelden voor de terhandstelling van alle geneesmiddelen die onderdeel zijn van de GDV. De KNMP heeft eerder dit jaar bij de NZa bezwaar gemaakt tegen de herziene prestatie. Volgens de apothekersorganisatie heeft de NZa bijvoorbeeld onvoldoende aannemelijk gemaakt dat de aangevoerde redenen, zoals deprescribing en eerlijker kostenverdeling, daadwerkelijk van toepassing zijn om tot herziening van de prestatie over te gaan. De toezichthouder heeft die bezwaren ongegrond verklaard. De KNMP vindt de argumentatie daarvoor niet overtuigend. Daarom stapt de KNMP nu richting het CBb.

Voorts stapt de KNMP richting het CBb om in beroep te gaan tegen de – tevens door de NZa vastgestelde - nieuwe facultatieve prestatie. De KNMP onderkent de positieve intenties van de partijen die de facultatieve prestatie hebben aangevraagd, maar vindt dat de mede door de NZa geformuleerde prestatie niet voldoet aan noodzakelijke eisen van precisie en duidelijkheid. In het bijzonder omdat deze nieuwe prestatie overlap vertoont met de reeds bestaande prestaties terhandstelling en medicatiebeoordeling bij chronisch geneesmiddelengebruik. Daarom heeft de KNMP in maart 2022 ook hiertegen bezwaar aangetekend. De toezichthouder heeft ook dit bezwaar ongegrond verklaard. De KNMP vindt dat de NZa ook daarbij op de ingebrachte argumenten onvoldoende is ingegaan. Voor KNMP opnieuw reden om het oordeel van het CBb te vragen.