Oudere patiënten die chronisch geneesmiddelen gebruiken, zouden periodiek een passende vorm van medicatie-evaluatie moeten krijgen

Demissionair minister Dijkstra (Medische Zorg) werkt met het veld aan het optimaliseren van medicatie-evaluaties bij ouderen. “Oudere patiënten die chronisch geneesmiddelen gebruiken, zouden periodiek een passende vorm van medicatie-evaluatie moeten krijgen. Met als doel om medicatie gerelateerde gezondheidsschade te voorkomen en bij te dragen aan gepast medicijngebruik in tijden van schaarste.” Dat schrijft de bewindspersoon in een brief aan de Tweede Kamer over het eindrapport medicatiegebruik bij ouderen. Dijkstra wil de aanbevelingen uit dit rapport samen met veldpartijen implementeren, en verkennen welke mogelijkheden er zijn voor de bekostiging van medicatie-evaluaties. 

Voorts noemt de minister in haar Kamerbrief de gemaakte afspraken tussen huisartsen, apothekers en wijkverpleging uit de Landelijke Eerstelijns Samenwerkingsafspraken (LESA) ‘Organisatie van zorg bij chronische medicatie’. Dit document bevat onder andere afspraken rondom het optimaliseren van de therapietrouw, herhaling van chronische medicatie en medicatiebeoordelingen. Dijkstra meldt het belang van een goede implementatie van deze afspraken, en vindt het daarbij relevant dat ouderen weten dat zij aan hun zorgverleners om een medicatie-evaluatie kunnen vragen. De KNMP, NHG en LHV onderschrijven dit, maar de organisaties pleiten voor meer ruimte en budget om de implementatie verder te brengen. 

Bekostiging
In het eindrapport staat dat het wenselijk zou zijn dat zorgverzekeraars medicatiebeoordelingen en andere vormen van medicatie-evaluaties buiten het eigen risico laten vallen. De KNMP vindt dat een zeer wenselijke ontwikkeling. Eerder gaf minister Kuipers in zijn Kamerbrief van 13 december 2023 ook aan onderzoek te doen naar de huidige bekostiging van de EFZ, en of deze voldoende bijdraagt aan de kwaliteit van zorg. 

Vergroten bekendheid medicatie-evaluaties
De minister zegt verder in gesprek te willen gaan met de KNMP, NHG, LHV, V&VN en de Patiëntenfederatie Nederland over het vergroten van de bekendheid van medicatie-evaluaties. Volgens het eindrapport geven ouderen aan dat ze interventies, zoals medicatiebeoordelingen, aandacht voor valpreventie en het minderen en stoppen van medicatie, belangrijk vinden. Deze groep geeft ook aan te willen weten bij welke zorgverleners ze voor genoemde interventies terecht kan. Dijkstra zegt in haar brief daar waar communicatie-uitingen van het ministerie van VWS hierin helpend zijn, ze daar een bijdrage aan wil leveren.  

In het kader van extramurale farmaceutische zorg (EFZ) brengen de KNMP, NHG en LHV in kaart wat mogelijke evaluatiemomenten bij de huisarts en apotheker kunnen zijn voor patiënten met chronische medicatie, en welke zorg zij dan kunnen verwachten. De KNMP ziet tussentijdse medicatie-evaluaties als een belangrijk instrument om patiënten een farmacotherapeutische behandeling op maat te kunnen geven.’ Voorbeelden hiervan zijn een jaarlijks gesprek met patiënten met chronische medicatie, periodieke medicatiecontrole bij patiënten met een verminderde nierfunctie, en een evaluatie van de medicatie van een patiënt met een baxterrol. 

Eindrapport medicatiegebruik bij ouderen
De aangekondigde acties in de Kamerbrief van minister Dijkstra zijn naar aanleiding van het eindrapport medicatiegebruik bij ouderen. Het SIR Institute for Pharmacy Practice and Policy heeft hiernaar, samen met het NIVEL en de Universiteit Utrecht, onderzoek gedaan in de periode 2017 tot en met 2022. De resultaten laten zien dat er ruimte is om de (inzet van) interventies medicatiebeoordelingen, minderen en stoppen van medicatie, valpreventie en andere vormen van medicatie-evaluaties te optimaliseren.  

Lees de kamerbrief

Bron: KNMP