Het bestaande systeem, met een landelijke Leidraad voor kennisveiligheid en het Loket Kennisveiligheid waar de wetenschap voor advies terecht kan, werkt goed

Voer geen wet in voor screening van onderzoekers van buiten Europa, zegt de KNAW. Het stelselmatig screenen van grote groepen onderzoekers die naar ons land komen, waar de overheid nu op aanstuurt, is onvoldoende fijnmazig en nauwelijks uitvoerbaar. Bovendien staan de plannen op gespannen voet met de principes van open science – de vrije uitwisseling van kennis – en met academische vrijheid. Dat schrijft de KNAW in een position paper over kennisveiligheid dat dinsdag  10 oktober verscheen.

Het bestaande systeem, met een landelijke Leidraad voor kennisveiligheid en het Loket Kennisveiligheid waar de wetenschap voor advies terecht kan, werkt goed. Toch is er nu een screeningswet in voorbereiding. Buitenlandse wetenschappers die werken in “risicovakgebieden” die voorkomen op een lijst van de overheid en naar Nederland willen komen, kunnen gemakkelijk worden tegengehouden. Die wet is volgens de KNAW buiten proportie en ook schadelijk voor de vrijheid van wetenschapsbeoefening. Screening op basis van zo’n vakgebiedenlijst is niet effectief en kan leiden tot schijnveiligheid. Gevoelige kennis kan namelijk ook weglekken op andere manieren dan door onderzoekers die naar Nederland komen. Daarnaast kan de wet leiden tot uitsluiting en discriminatie.

Voor een goede afweging van risico’s bij een samenwerking met een buitenlandse instelling of bij het aanstellen van een onderzoekers van buiten Europa is volgens de KNAW maatwerk nodig:
  • Zet in op het versterken van de bestaande instrumenten (Leidraad, Loket Kennisveiligheid) en op bewustwording en ondersteuning van onderzoekers, beleidsmedewerkers en bestuurders.
  • Beleg de verantwoordelijkheid van kennisveiligheid waar die hoort: bij de onderzoeksinstellingen zelf.
  • Onderzoekers zelf kunnen het beste bepalen waar de gevaren en gevoeligheden van het onderzoek zitten. Betrek hen dus altijd bij afwegingen over internationale samenwerkingen.
  • De kwesties rond kennisveiligheid verschillen erg tussen bèta-, technische, (bio)medische en sociale en geesteswetenschappen. Maak daarom per domein een apart afwegingskader.
  • Bepaal veiligheidsrisico’s op basis van factoren zoals type onderzoek (fundamenteel/toegepast), het stadium van ontwikkeling van een technologie, de mate van vrijheid in het land van de onderzoekspartner, de geopolitieke ambitie van overheden etc.

De KNAW wijst ook op de begripsverwarring die vaak ontstaat als we het over kennisveiligheid hebben. Kennisveiligheid omvat volgens de Akademie (1) ongewenste overdracht van kennis en technologie die een bedreiging voor de nationale veiligheid kunnen vormen, (2) heimelijke beïnvloeding en inmenging door of vanuit andere staten en (3) ethische in integriteitskwesties. Het is belangrijk om deze drie aspecten van kennisveiligheid altijd in discussies te betrekken.

Het position paper Kennisveiligheid is opgesteld door de vaste Commissie voor de Vrijheid van Wetenschapsbeoefening van de KNAW. Voorzitter is Janneke Gerards, hoogleraar fundamentele rechten aan de UU.

Bron: KNAW