Nederland geeft dit jaar ongeveer € 430 miljoen uit om de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van vrouwen, mannen en jongeren in ontwikkelingslanden te verbeteren.
Ruim 15.000 politici, beleidsmakers, activisten, onderzoekers en pleitbezorgers uit meer dan 160 landen zijn deze week in Amsterdam bij de 22e Internationale AIDS-conferentie. Zij delen onderzoeksresultaten, leren van elkaar en kunnen zo effectiever aids terugdringen.
Dat is en blijft hard nodig. Vorig jaar stierven 940.000 mensen aan de gevolgen van aids. Wereldwijd zijn er bijna 37 miljoen mensen met hiv/aids. 'Er is vooruitgang, maar hiv verspreidt zich nog altijd. We slagen er nog steeds niet in om op grote schaal te zorgen voor hiv-preventie en aan 15 miljoen mensen behandeling te bieden', aldus minister Kaag (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking). Ze sprak bij de opening van de conferentie AIDS 2018.
De bijeenkomst met als thema 'Breaking Barriers, Building Bridges' is de grootste wereldwijde conferentie over gezondheid en ontwikkelingsvraagstukken. Kaag: 'Wetenschappelijk gezien hebben we alle middelen om aids definitief terug te dringen in 2030. Nu is het noodzakelijk om politieke toewijding en actie te blijven mobiliseren, en samenwerking te stimuleren.'
Nederland geeft dit jaar ongeveer € 430 miljoen uit om de seksuele en reproductieve gezondheid en rechten van vrouwen, mannen en jongeren in ontwikkelingslanden te verbeteren. Daaronder valt hiv-preventie, het verschaffen van anticonceptiva, seksuele voorlichting en zorg voor zwangere vrouwen. 'We moeten ook de ongelijkheid op sociaal, cultureel, gender en economisch gebied aanpakken door samen te werken en een stem te geven aan de groepen die preventie en medische hulp het meest nodig hebben.'
Daarom maakt het kabinet € 10 miljoen extra vrij om hiv-preventie en aidsremmers toegankelijker te maken voor kwetsbare groepen, zoals mannen die seks hebben met mannen, drugsgebruikers, transgenders, jongeren en sekswerkers. Het bedrag wordt de komende jaren geïnvesteerd in het ondersteunen van deze groepen in regio’s waar de ziekte zich verder verspreidt, zoals Oost-Europa en Centraal-Azië, het Midden-Oosten, West- en Noord-Afrika.