De sterk gestegen vraag naar geneesmiddelen blijft niet beperkt tot Nederland
Waar de coronacrisis verschillende sectoren bijna tot stilstand brengt, is het binnen andere juist drukker dan ooit. De geneesmiddelenproductie en -distributie is daar een duidelijk voorbeeld van. Teva Pharmaceuticals, een wereldwijd opererend farmaceutisch bedrijf dat generieke en merkgeneesmiddelen produceert, krijgt daarbij onder meer te maken met tekorten. “Never a dull moment.”
Teva maakt onder meer geneesmiddelen tegen pijn, kanker en aandoeningen aan longen en in het centraal zenuwstelsel. “Zeker in maart steeg de vraag naar bepaalde geneesmiddelen in Nederland ongelofelijk hard”, vertelt Hennie Henrichs, Cluster General Manager bij Teva en bestuurslid van GS1 Nederland. “Patiënten thuis, apothekers en groothandels – iedereen wilde grote voorraden. Vanaf het moment dat premier Rutte ons voor het eerst op televisie toesprak over de coronamaatregelen, hebben wij in negen dagen net zoveel paracetamol verkocht als normaal in tien maanden. Het is heel begrijpelijk, maar zegt ook iets over de paniek die toeslaat wanneer de geruchtenmachine gaat draaien.”
Beschermen van voorraad
De sterk gestegen vraag naar geneesmiddelen blijft niet beperkt tot Nederland. Wereldwijd grijpen sommige overheden in om eigen voorraden te beschermen, vertelt Henrichs: “In Noorwegen bijvoorbeeld, heeft de regering van de groot-handel geëist dat ze voor drie maanden voorraden moeten aanhouden en die pas mogen afbouwen als de regering daar toestemming voor geeft. Een ander voorbeeld is Italië, waar propofol wordt gemaakt, een medicijn waarmee mensen op de intensive care in slaap worden gehouden. Daar zit nu ook een exportverbod op, omdat ze ervoor willen zorgen dat ze er zelf voldoende van in huis hebben.”
Niet alleen door corona
Het gevaar van tekort aan geneesmiddelen is niet alleen een gevolg van de coronapandemie. In de afgelopen twee, drie jaar zijn de tekorten om andere redenen opgelopen, geeft Henrichs aan. “Zo’n 25 jaar geleden verschoof de geneesmiddelenproductie in de wereld – vooral in de generieke industrie – al steeds meer naar India en China. En dat had puur met prijs te maken.” Al in 2005 besloot Henrichs met een van zijn collega’s om bij het ministerie van Economische Zaken langs te gaan, om hun zorg uit te spreken over deze ontwikkeling. “We gaven toen aan dat er een moment zou komen waarop landen een exportverbod zouden gaan instellen, bijvoorbeeld door de economische ontwikkeling of wanneer er een pandemie zou uitbreken. Die waarschuwing werd destijds niet serieus genomen en de ironie is dat we nu het bewijs zien.”
De tekorten verergeren bovendien door het preferentiebeleid van verzekeraars. “Zij schrijven een tender uit voor de laagste prijs. Daardoor kost een generiek doosje paracetamol met 30 tabletten in Nederland €2,70. Als er van een product in Europa door productieproblemen tekorten zijn, dan is het begrijpelijk dat er meer doosjes naar een land met hogere prijzen gaan. Maar daarbij komt wel de morele verantwoordelijkheid en zorgplicht die iedere farmaceut heeft om voor alle patiënten, in alle Europese landen te zorgen.”
Kwaliteit in de keten
Tussen de prijsdruk en productkwaliteit is volgens Henrichs geen verband. “Producten worden nu in principe overal op dezelfde manier gemaakt. Al van oudsher is de grondstoffenindustrie in China heel goed ontwikkeld. Maar het is weleens fout gegaan. Ruim een jaar geleden bleken bloeddrukverlagers uit de groep sartanen in het productieproces vervuild met verhoogde concentraties kankerverwekkende stoffen. Uiteindelijk werd de distributie van de grondstof stopgezet. En dat is nogal wat; de grondstoffenhandel is een globale business.”
Volledig inzicht in de keten is dus lastig, geeft Henrichs aan. “Het is bijna onmogelijk om zoiets te voorkomen. Bij een productieproces moet je aantonen dat de actieve stof er in zit, maar daarnaast heb je altijd bijproducten. Die moet je kunnen detecteren en determineren.”
Standaardisatie
In hoeverre kan standaardisatie en grondstofidentificatie een rol spelen? Henrichs: “Het proces begint met registratie. Als je in Europa een product wilt registreren, moet je een Certificate of suitability (CET) hebben. Dat is in feite het paspoort van de grondstof die je wilt verwerken tot een eindproduct om het op de Europese markt te brengen. Vervolgens moet je aantonen dat het product voldoet aan een aantal criteria. Als je dat dossier indient, gaat het registratieproces lopen en wordt je product in één land of in heel Europa geregistreerd. De grondstof is dus het vertrekpunt voor standaardisatie.”
Mondiale keten
De eisen die gesteld worden aan geneesmiddelen zijn in de afgelopen dertig jaar kwadratisch toegenomen. “Het registreren van een product en het op de markt houden, de bijwerkingen die je moet rapporteren – het is een mondiale keten geworden. Veertig jaar geleden werden producten nog in hetzelfde land gemaakt én verkocht. Maar die backoffice is ook bij ons een globale operatie geworden. Wij hebben een fabriek in Nederland die geneesmiddelen maakt voor kanker-bestrijding. Dat is productietechnisch een ingewikkelder proces dan bij een paracetamol tablet. Maar in Nederland paracetamol maken staat de prijs niet toe.”
Falsified Medicines Directive
Waar het gaat om productinformatie, de betrouwbaarheid van de grondstoffen en andere inzichtelijkheid in de keten speelt GS1 volgens Henrichs een belangrijke rol. “Op het vlak van data en dataoverdracht hebben we de afgelopen twintig jaar enorme stappen gezet, van een wereld met meerdere systemen naar één systeem. In Nederland zijn we naar één standaard gegaan en nu gebruiken alle genees-middelenproducenten de GS1-codering. Dat proces nam veel tijd, maar is uitermate belangrijk geweest.”
In februari 2019 werd de Falsified Medicines Directive (FMD) van kracht, een Europese verordening die moet voorkomen dat er vervalste producten in de handel worden gebracht. “Alle leveranciers zaten toen al op GS1. Op iedere verpakking moet nu in een GS1 DataMatrix productinformatie staan met de GTIN productcode en een uniek, niet te dupliceren nummer dat in de Europese database staat. Dat moet de groothandel, de apotheek en het ziekenhuis de zekerheid geven dat het product daadwerkelijk door de leverancier is gemaakt. Alle leveranciers moeten die coderingsapparatuur op hun productielijnen installeren. Na 9 februari 2019 mocht je geen ongecodeerde producten meer op de markt brengen. Maar helaas waren enkele leveranciers daar niet op tijd klaar voor.” En ook dat heeft volgens Henrichs tot tekorten geleid. Zo zal het een wereld vol uitdagingen blijven, besluit hij: “Never a dull moment.”