Snurken wordt vaak weggelachen als een sociaal ongemak, maar medisch gezien is het een serieuze indicator van luchtweghinder.

Hoewel incidenteel snurken onschuldig kan zijn, wijst structurele geluidsoverlast regelmatig op pathologie zoals het obstructief slaapapneusyndroom (OSAS). De impact op zowel de gezondheid van de patiënt als de nachtrust van de bedpartner vereist een zorgvuldige, stapsgewijze aanpak, variërend van gedragsverandering tot klinische interventie.

Pathofysiologie en diagnostiek

Het snurkgeluid is het directe gevolg van aerodynamische turbulentie in een vernauwde bovenste luchtweg. Tijdens de slaap neemt de spiertonus in de keelholte fysiologisch af, waardoor weke delen zoals de tongbasis en het zachte gehemelte de neiging hebben in te zakken. De ademlucht moet zich vervolgens door een kleinere diameter persen, wat leidt tot een verhoogde stroomsnelheid en vibratie van het omliggende weefsel.

Factoren die bijdragen aan deze vernauwing zijn divers: anatomische afwijkingen (zoals een groot zacht gehemelte of vergrote amandelen), overgewicht (vetweefsel in de hals), en nasale congestie. Voordat een behandeltraject wordt gestart, is een grondige anamnese door een huisarts of KNO-arts noodzakelijk. Hierbij wordt onderscheid gemaakt tussen primair snurken (zonder ademstops) en OSAS. Bij vermoeden van het laatste is een polysomnografie (slaaponderzoek) geïndiceerd om parameters zoals de apneu-hypopneu-index (AHI), zuurstofsaturatie en hartslagfrequentie in kaart te brengen.

De eerste stap: conservatieve levensstijlinterventies

In de klinische praktijk wordt vaak gestart met conservatieve maatregelen. Deze aanpassingen in levensstijl kunnen bij milde tot matige snurkers een significant effect sorteren, zonder dat invasieve behandelingen nodig zijn.

Gewichtsreductie Er bestaat een sterke correlatie tussen BMI en snurken. Overtollig vetweefsel rond de nek drukt op de luchtwegen wanneer de patiënt ligt, wat de kans op collaps van de luchtweg vergroot. Gewichtsverlies is vaak de meest effectieve niet-medische interventie om de intensiteit van het snurken te reduceren en de algehele cardiovasculaire gezondheid te verbeteren.

Slaappositie en hygiëne De rugligging verergert snurken doordat de zwaartekracht de tong en het zachte gehemelte naar achteren laat vallen. Positietherapie, waarbij de patiënt wordt gestimuleerd op de zij te slapen, kan uitkomst bieden. Daarnaast is het advies om alcoholgebruik en sedativa in de uren voor het slapengaan te vermijden cruciaal; deze middelen zorgen voor een overmatige verslapping van de faryngale spieren.

Lokale hulpmiddelen en symptoombestrijding

Wanneer levensstijlaanpassingen onvoldoende resultaat bieden, maar er geen sprake is van ernstige apneu, kunnen lokale hulpmiddelen worden ingezet. De keuze voor het juiste middel hangt af van de locatie van de trillingen: de neus of de keel.

Bij patiënten waarbij de neusdoorgankelijkheid beperkt is, bijvoorbeeld door een deviatie van het neustussenschot of chronische rhinitis, kunnen neuspleisters of neusspreiders de luchtstroom verbeteren. Dit dwingt de patiënt minder door de mond te ademen, wat snurken kan verminderen.

Voor de grote groep snurkers waarbij de trillingen ontstaan door verslapping van het zachte gehemelte en de huig, zijn er andere opties. Een effectieve methode om deze trillingen te dempen is het gebruik van een anti snurk spray. Deze sprays zijn doorgaans zo samengesteld dat ze de zachte weefsels achter in de keel smeren en licht aanspannen. Door de wrijving tussen de weefsels te verminderen, neemt de intensiteit van het snurkgeluid af. Hoewel dit geen oplossing is voor obstructieve slaapapneu, kan het bij sociaal storend snurken de nachtrust van de partner aanzienlijk verbeteren.

Medische hulpmiddelen: MRA en CPAP

Indien er sprake is van lichte tot matige OSAS of ernstig sociaal snurken, komt het Mandibulair Repositie Apparaat (MRA) in beeld. Deze 'beugel' wordt tijdens de slaap gedragen en fixeert de onderkaak in een naar voren geschoven positie. Hierdoor wordt de tongbasis naar voren getrokken en blijft de luchtweg achter in de keel open. De effectiviteit van een MRA is wetenschappelijk goed onderbouwd, hoewel het bijwerkingen kan geven zoals kaakgewrichtsklachten of hypersalivatie.

De gouden standaard voor de behandeling van matige tot ernstige slaapapneu blijft echter Continuous Positive Airway Pressure (CPAP). Via een masker wordt lucht onder lichte overdruk de luchtwegen in geblazen, wat fungeert als een pneumatische spalk die de luchtweg openhoudt. Hoewel CPAP snurken volledig elimineert en gezondheidsrisico's mitigeert, is de therapietrouw (compliance) soms een uitdaging vanwege het ongemak van het masker.

Chirurgische interventies en neurostimulatie

Chirurgie is een optie wanneer conservatieve therapieën falen of bij duidelijke anatomische obstructies. Waar voorheen de focus lag op weefselreductie, zoals het chirurgisch inkorten van het zachte gehemelte (UPPP) of neuscorrecties, zien we nu een verschuiving naar functionele ondersteuning. Een innovatief voorbeeld hiervan is de implantatie van een tongzenuwstimulator (nervus hypoglossus), die de tongspier actief naar voren houdt tijdens de inademing en zo de luchtweg vrijmaakt.

Maatwerk in de slaapgeneeskunde

Omdat de oorzaak per patiënt verschilt, van anatomie tot spierfunctie, bestaat er geen universele oplossing. Het succes van de therapie valt of staat met een klinische benadering op maat, waarbij vaak multidisciplinair wordt samengewerkt om de juiste interventie bij de juiste patiënt te krijgen. Een stapsgewijze escalatie van zorg, beginnend bij leefstijl en eindigend bij specialistische ingrepen, biedt de beste garantie op een duurzaam resultaat.