Bij een beroerte krijgt een deel van de hersenen plotseling geen zuurstof meer door een bloeding of verstopping
Mensen met een beroerte vertonen al jaren voordat het misgaat in hun hersenen achteruitgang in het geheugen, taal, motoriek en dagelijks functioneren. Dat blijkt uit het Erasmus Rotterdam Gezondheid Onderzoek (ERGO) van het Erasmus MC.
Mensen die een beroerte krijgen vertonen al jaren voordat het misgaat in hun hersenen achteruitgang in het geheugen, taal, motoriek en dagelijks functioneren. De aanwijzingen voor iemands gevoeligheid voor een beroerte kunnen al tot 10 jaar voor de hersenbloeding of herseninfarct verschijnen, schrijven onderzoekers van het Erasmus MC in het Journal of Neurology Neurosurgery & Psychiatry dat online is gepubliceerd .
‘Patiënten met een beroerte vertoonden vanaf ongeveer 10 jaar voor hun eerste beroerte een sterkere achteruitgang in cognitieve vaardigheden en dagelijks functioneren dan mensen die geen beroerte hadden gehad’, vertelt promovendus Alis Heshmatollah. Zij is neuroloog in opleiding en eerste auteur van de wetenschappelijke publicatie.
Volgens de onderzoekers is de verslechtering van het functioneren van de hersenen en het verminderde vermogen om dagelijkse handelingen zoals aan- en uitkleden uit te voeren, toe te schrijven aan een opeenstapeling van schade in de hersenen. Bij een beroerte krijgt een deel van de hersenen plotseling geen zuurstof meer door een bloeding of verstopping. ‘Mensen ervaren het incident als plotseling, alsof er eerst niets aan de hand was. Dat is begrijpelijk, maar dat klopt niet altijd. Zo werkt het lichaam niet. De schade hoopt zich meestal langzaam op en dit wordt op een gegeven moment merkbaar en kan leiden tot een acute beroerte.’
Jarenlang proces
Heshmatollah en haar collega’s laten met deze studie zien dat een beroerte vaak volgt op een jarenlang proces waarbij steeds meer schade ontstaat in het brein. ‘Dat was eerder al duidelijk te zien op hersenscans, maar wij laten voor het eerst zien dat dit zich ook uit in dagelijkse beperkingen. Dus problemen met het geheugen, fijne motoriek, maar ook omgaan met financiën, medicatie en de trap oplopen. Die problemen startten soms al 10 jaar voordat deze mensen een beroerte kregen.’
Van de lichamelijke veranderingen, die zich uiten in kleine vaataandoeningen, neurodegeneratie en ontstekingen, is niet duidelijk wanneer ze daadwerkelijk beginnen. Daarom gebruikten de onderzoekers herhaaldelijk verschillende tests om de vaardigheden van het geheugen, verbale spreekvaardigheid, reactie snelheid en fijne motoriek te beoordelen van 14.712 deelnemers tussen 1990 en 2018 aan de ERGO-studie, internationaal ook wel bekend als de Rotterdam Study.
Ook beoordeelden ze het vermogen van de deelnemers om de dagelijkse activiteiten uit te voeren, zoals wassen, eten en aankleden, en wat meer ingewikkelde taken, zoals het beheren van financiën. De medische dossiers van de deelnemers werden gebruikt om hun gezondheid tot 2018 te volgen. Elke persoon die een beroerte had gehad werd gematcht met drie deelnemers die dat niet hadden gehad op basis van leeftijd en geslacht.
In kaart
De onderzoekers brachten vervolgens de veranderingen in cognitie en dagelijks functioneren in beide groepen deelnemers in kaart, zowel in de 10 jaar voor als de 10 jaar na een beroerte. Gedurende het onderzoek kregen 1.662 deelnemers een beroerte. De gemiddelde leeftijd waarop de beroerte plaatsvond was 80 jaar.
De uitkomsten van de testen en medische dossiers van patiënten lieten grote verschillen zien in het functioneren van de hersenen en daarmee het uitvoeren van de dagelijkse routine. Die verschillen waren soms al 10 jaar voor de beroerte te zien en bleven ook in de daaropvolgende jaren sneller dalen bij degenen die een beroerte hadden gehad.
Een gezonde leefstijl heeft invloed op je denken en dagelijks functioneren. Soms zeggen mensen: ik kan er niets tegen doen. Maar dat kan wel!
Meer dan de helft van deelnemers met een beroerte was vrouw. Een duidelijke verklaring hebben de onderzoekers daar niet voor. Ook hadden dragers van het Apolipoproteïne E gen een hoger risico op slechter cognitief en dagelijks functioneren. ApoE is een eiwitklasse die betrokken is bij de vetstofwisseling. ApoE speelt een belangrijke rol bij de ziekte van Alzheimer en hart- en vaatziekten. Het gen komt bij ongeveer een kwart van de deelnemers voor.
Opleidingsniveau
De vrouwen, en gendragers en deelnemers met een lager opleidingsniveau hadden meer kans om te worden getroffen door een slechtere cognitie en dagelijks functioneren voor een beroerte. ‘De hersenen van hoger opgeleiden hebben door training op jonge leeftijd een meer ontwikkelde cognitieve reserve. Dit betekent dat zij een bepaalde buffer hebben wanneer zij later getroffen worden door hersenziekten. Zij kunnen door hun beter ontwikkelde brein meer hersenschade incasseren. Het lijkt erop dat personen met cognitieve en functionele achteruitgang een hoger risico lopen op een beroerte en in de toekomst mogelijke kandidaten zijn voor preventietests’, aldus Heshmatollah.
Vervolgonderzoek zal moeten uitwijzen of een beroerte in de toekomst voorspelbaar is. De ERGO-studie is een observationele studie. De onderzoekers deden geen experiment. Heshmatollah besluit dat de adviezen voor gezonde voeding belangrijk blijven. ‘Een gezonde leefstijl heeft invloed op je denken en dagelijks functioneren. Soms zeggen mensen: ik kan er niets tegen doen. Maar dat kan wel!’