Goede zorg voor jongeren met gender-gerelateerde vragen blijft onverminderd belangrijk

Ruim één op de tien jongeren heeft tijdens de vroege tienerjaren de wens van het andere geslacht te willen zijn. Naarmate kinderen ouder worden, verdwijnt deze wens vaak. Dit blijkt uit onderzoek van het UMCG, gepubliceerd in Archives of Sexual Behaviour.

Vragen en twijfels zijn normaal
‘De resultaten van ons onderzoek kunnen kinderen, jongeren en ouders helpen zich te realiseren dat het relatief vaak voorkomt dat jongeren vragen en twijfels hebben rondom hun genderidentiteit ’, zegt UMCG-onderzoeker Sarah Burke. ‘Het hoort bij de puberteit en de ontwikkeling om vragen en twijfels over je gender te hebben. Het is belangrijk dat we dit normaliseren.’ Ook kunnen deze resultaten zorgverleners een beter beeld geven van de verschillende ontwikkelingspatronen van genderidentiteit, stelt Burke.

“Ik wil van het andere geslacht zijn”
Burke en haar collega’s maakten voor hun onderzoek gebruik van TRAILS: een langlopende studie die begon in 2001. De onderzoekers maakten gebruik van data verzameld in ruim 2700 jongeren. Aan deze jongeren is door de jaren heen meermaals gevraagd in hoeverre zij het eens zijn met de stelling "Ik wil van het andere geslacht zijn". Op 11-jarige leeftijd geeft 11 procent aan het met deze stelling eens te zijn. Dit percentage daalt vervolgens iedere keer dat het gevraagd wordt; namelijk op 13-, 16-, 19-, 22- en 25-jarige leeftijd. Op 25-jarige leeftijd geeft vier procent aan van het andere geslacht te willen zijn.

Weinig structurele twijfels
Uit het onderzoek blijkt ook dat er weinig kinderen en jongeren zijn die bij elke meting opnieuw twijfels hebben. Slechts één op de duizend (0,01 procent) gaf iedere keer aan van het andere geslacht te willen zijn. Negentien procent van de deelnemers heeft op enig moment aangegeven van het andere geslacht te willen zijn. Ook zien de onderzoekers bij de groep jongeren die de wens uiten van het andere geslacht te willen zijn een associatie met meer psychische klachten en een negatiever zelfbeeld. Goede zorg voor jongeren met gender-gerelateerde vragen blijft dan ook onverminderd belangrijk.

Lees hier de hele publicatie van Pien Rawee, Judith Rosmalen, Luuk Kalverdijk en Sarah Burke

Bron: UMCG