De hoge werkdruk, de toenemende (seksuele) intimidatie en het zware fysieke werk beginnen hun tol te eisen van zorgverleners
Het welzijn van het zorgpersoneel is het afgelopen jaar licht afgenomen na jaren van vooruitgang, zo blijkt uit de Sectorale Welzijnsmonitor van ABN AMRO. Met name de mentale gezondheid van het zorgpersoneel is verslechterd. Om het schaarse zorgpersoneel te behouden moeten zorgaanbieders zorgverleners ondersteunen bij hun mentale belasting, door een open en veilige werkcultuur te creëren.
De hoge werkdruk, de toenemende (seksuele) intimidatie en het zware fysieke werk beginnen hun tol te eisen van zorgverleners, blijkt uit de Sectorale Welzijnsmonitor van ABN AMRO. De emotionele belasting is in de zorgsector het hoogst en laat ook buiten de werkmuren zijn sporen achter. Het percentage personeel dat met een burn-out kampt, is in de zorgsector met 4,4 procent bovengemiddeld hoog. Ook een groeiend aantal zorgverleners ervaart het gevoel van complete uitputting door het werk.
Welzijn essentieel voor houdbare zorgverlening
De krapte op de arbeidsmarkt blijft nijpend. Er staan bijna 60.000 vacatures open in de zorg. De sector zal bovendien zwaar getroffen worden door de vergrijzing. Naast een toename van het aantal ouderen dat zorg behoeft, staat een groot aantal zorgmedewerkers op het punt om binnen tien jaar met pensioen te gaan. Dit leidt enerzijds tot een hogere werkdruk, maar anderzijds voor een sterkere positie van zorgverleners. Door het tekort aan zorgpersoneel kunnen werknemers gemakkelijk overstappen naar een andere werkgever. Ruim vier op de vijf zorgmedewerkers denkt eenvoudig van werkgever te kunnen wisselen, blijkt uit de Sectorale Welzijnsmonitor.
Om openstaande vacatures te vullen en het schaarse zorgpersoneel te behouden, moeten zorgaanbieders investeren in het welzijn van hun werknemers. Tevreden medewerkers verlaten minder snel een organisatie en goede werkgevers trekken gemakkelijker nieuw personeel aan. Daarnaast draagt een hoger welzijn bij aan hogere productiviteit omdat tevreden werknemers meer gedaan krijgen en minder vaak ziek zijn.
Vooruitgang op werk-privé balans en persoonlijke ontwikkeling
Uit de Sectorale Welzijnsmonitor blijkt dat de zorgsector al voor het vierde jaar op rij de balans tussen werk en privé van het personeel weet te verbeteren, ondanks de inflexibele aard van de zorg. Zo neemt het percentage werknemers dat regelmatig overwerkt iets af: van 25,2 procent in 2023 naar 23,9 procent in 2024. Binnen het zorgpersoneel werken artsen en gespecialiseerde verpleegkundigen gemiddeld het meeste over, waarbij 36,3 procent regelmatig overwerkt. Daarnaast is er meer vrijheid om verlof op te nemen en zelf de werktijden te bepalen. Dit geldt met name voor psychologen en fysiotherapeuten. Verzorgenden, assistenten en verpleegkundigen hebben daarentegen relatief de minste vrijheid hierin.
Verder is in het afgelopen jaar meer ruimte geweest voor de persoonlijke ontwikkeling van het zorgpersoneel. Zo volgde bijna 68 procent van de werknemers een cursus of opleiding gerelateerd aan hun werk. Daarnaast stimuleerden leidinggevenden in de zorgsector vaardigheden van hun personeel meer dan in andere sectoren. Dit sluit aan bij de verwachting dat zorgpersoneel specifieke opleidingen moet afronden om bijvoorbeeld hun BIG-registratie te behouden.
Mentale en fysieke gezondheid zorgverleners zorgwekkend
De cijfers uit de Sectorale Welzijnsmonitor laten zien dat het gezond houden van het zorgpersoneel wederom uitdagend blijft. De zorgsector spant de kroon met het hoogste ziekteverzuimpercentage in vergelijking met andere sectoren. Het verzuimpercentage nam volgens de werknemers toe van 6,3 procent in 2023 naar 6,7 procent in 2024. Vooral verzorgenden (9,1 procent), sociaal werkers (8,3 procent) en psychologen (7,4 procent) hadden een hoog ziekteverzuim.
Daarnaast ervaart zorgpersoneel het werk zowel fysiek zwaar als emotioneel veeleisend. Het aantal zorgverleners die emotionele uitputting ervaren is sinds 2015 met bijna 10 procent toegenomen. Ruim een kwart van het zorgpersoneel ervaart het werk vaak of altijd als emotioneel veeleisend. Dit geldt vooral voor psychologen; bijna twee op de drie psychologen vinden hun werk regelmatig emotioneel veeleisend. Artsen en sociaal werkers volgen met ongeveer 40 procent. Deze mentale belasting leidt ook tot een hoog ziekteverzuim.
Ook op andere vlakken verslechtert de mentale gezondheid van zorgpersoneel. Zo stijgt het aantal werknemers dat vaak een gevoel van complete uitputting door het werk ervaart, worden interacties door een groter deel van het personeel als veeleisend ervaren, en neemt het aantal werknemers met een gevoel van leegte na een werkdag toe. Het percentage personeel dat met een burn-out kampt is in de zorgsector met 4,4 procent bovengemiddeld hoog. Om uitval, ziekteverzuim en burn-out te voorkomen is een aanpak nodig om zorgverleners te ondersteunen bij hun zware mentale last.
Zorgpersoneel nog te vaak in onveilige situaties
De veiligheid van het personeel in de zorg staat er het slechtst voor in vergelijking met alle andere sectoren. Op het gebied van veiligheid is helaas nauwelijks vooruitgang geboekt. De bevindingen van onze analyse van vorig jaar blijven dan ook relevant. Bijna een op de vijf zorgmedewerkers is het afgelopen jaar geïntimideerd of bedreigd door cliënten of patiënten. Een op de tien zorgmedewerkers heeft alleen al in het afgelopen jaar te maken gehad met lichamelijk geweld. Vooral sociaal werkers zijn vaak het slachtoffer van fysiek geweld, waarbij een op de vijf te maken heeft gehad met lichamelijk geweld.
Ook ongewenste seksuele aandacht is opvallend hoog bij de zorg. Bijna acht procent van het zorgpersoneel heeft te maken gehad met ongewenste seksuele aandacht van cliënten, patiënten of hun naasten, terwijl het gemiddelde percentage in andere sectoren hiervoor op drie procent ligt. Voor verzorgenden en artsen was dit percentage het hoogst, met ongeveer veertien procent. Daarna volgen verpleegkundigen en fysiotherapeuten, waarbij een op de tien geconfronteerd wordt met ongewenste seksuele aandacht.
Lees ook: Zorgpersoneel heeft zelf ook zorg nodig
Open en veilige werkcultuur als basis voor gezonde zorgverleners
Het verlenen van zorg kan op veel vlakken zwaar zijn. De werkcultuur in een ziekenhuis, verpleeghuis of revalidatiecentrum waarin zorgverleners werken, is vaak bepalend voor hoe graag zij er willen werken, blijven of vertrekken. Uit onderzoek van het Trimbos-instituut blijkt dat de mentale gezondheid van zorgverleners vooral gebaat is bij een open en veilige werkcultuur. Wanneer zorgverleners vrijuit kunnen spreken over werkdruk, mentaal zware taken en pestgedrag, kan dat volgens 77 procent van hen helpen bij het voorkomen van spannings- en stressklachten. Op het bespreken van onderwerpen zoals intimidatie en grensoverschrijdend gedrag kan een taboe heersen: het wordt nog te vaak gezien als een vanzelfsprekend onderdeel van het werk.
Ook geeft bijna 60 procent van de zorgverleners aan dat de mogelijkheid om voldoende personeel aan te nemen helpt bij het voorkomen van mentale klachten. Logischerwijs leidt voldoende personeel tot een minder hoge werkdruk, wat de mentale belasting kan verlichten. Daarnaast is het belangrijk om ruimte te bieden aan zorgmedewerkers om elkaar onderling te ondersteunen. Zo kan bijvoorbeeld een nabespreking met collega’s na een reanimatie de spanning en stress van het heftige moment enigszins weg nemen.
Daarnaast kan het ondertekenen van het zorgmanifest tegen seksueel grensoverschrijdend gedrag, voor zorgaanbieders een stap in de goede richting zijn om hun werknemers te ondersteunen. De gezamenlijke aanpak tegen dit ongewenste gedrag biedt zorgaanbieders handvatten om een cultuurverandering in gang te zetten. Bewustwording is daarbij essentieel, gevolgd door het opstellen van gedragscodes, protocollen en procesverbeteringen in verschillende lagen van een organisatie. Het ondertekenen van het manifest is een duidelijk signaal naar het zorgpersoneel dat grensoverschrijdend gedrag niet thuis hoort in de zorg.
Tot slot hoort bij een veilige werksfeer een arbobeleid dat zich niet alleen richt op het traject na incidenten en intimidatie, maar ook proactieve maatregelen omvat om deze te voorkomen. Belangrijke elementen hierbij zijn het aanbieden van weerbaarheidstrainingen tegen agressie, het instellen van een meldpunt voor onveilige situaties en het faciliteren van maatregelen tegen intimiderend en gewelddadig gedrag.