Uit vragenlijsten bleek dat fysieke en mentale symptomen een grote invloed hebben op de kwaliteit van leven van deze patiënten
Symptomen hebben meer impact op de kwaliteit van leven van chronische nierpatiënten dan nierfunctie. Dat schrijft Pauline Voskamp in haar proefschrift waarop ze op 10 oktober 2018 promoveerde. Ze roept collega-artsen daarom op om hier meer oog voor te hebben.
Voskamp onderzocht tijdens haar promotieonderzoek 1079 patiënten met stadium 4 of 5 chronische nierziekte. Dit zijn patiënten met een ernstige of zeer ernstige verminderde nierfunctie, die tegen dialyse of transplantatie aanzitten of al dialyse nodig hebben. Uit vragenlijsten bleek dat fysieke en mentale symptomen een grote invloed hebben op de kwaliteit van leven van deze patiënten. Ze hebben bijvoorbeeld last van jeuk, somberheid en vermoeidheid. Klinische variabelen, zoals nierfunctie hadden geen enkele invloed op de kwaliteit van leven.
Grotere rol patiënten
“Patiënten vinden symptomen blijkbaar een van de belangrijkste aspecten van hun ziekte, maar in het onderzoek en tijdens de behandeling is hier nog weinig aandacht voor geweest”, legt Voskamp uit. “Dat is nu aan het veranderen, doordat patiënten een steeds grotere rol krijgen bij beslissingen over hun behandeling.”
Hier kan haar onderzoek meteen nuttig zijn voor de praktijk, denkt Voskamp. “Traditioneel hechten behandelaars meer waarde aan meetbare variabelen, zoals nierfunctie. Nu blijkt dat dat weinig zegt over hoe de patiënt zich voelt, is het tijd om tijdens polikliniekbezoeken meer aandacht te gaan besteden aan symptomen.”
Interventies bedenken
Signaleren is belangrijk, maar wat doe je met die informatie? Voskamp: “We weten nu dat symptomen belangrijk zijn, maar dan wil je natuurlijk ook interventies bedenken om ze te verlichten en de kwaliteit van leven te verbeteren. Hoe kunnen we ingrijpen en zijn er wellicht bepaalde symptomen die meer invloed hebben dan andere? Die vragen liggen nog open.”
Meer lezen? Bekijk dan het hele proefschrift van Pauline Voskamp.