Wetenschappers puzzelden een combinatietherapie in elkaar: schematherapie, samen met therapie in een gymzaal, en dit alles in de vorm van groepssessies
Zestigplussers met een persoonlijkheidsstoornis, zoals narcisme of borderline, hadden nog geen goede therapie. Die is er nu wél, door onderzoek van wetenschappers in het Universitair Centrum Psychiatrie (UCP). De wetenschappers puzzelden een combinatietherapie in elkaar: schematherapie, samen met therapie in een gymzaal, en dit alles in de vorm van groepssessies. Het UCP biedt de combinatietherapie nu aan, om zestigplussers te helpen met hun persoonlijkheidsstoornis.
‘Een persoonlijkheidsstoornis komt soms pas op latere leeftijd naar boven’, aldus hoofdonderzoeker en GZ-psycholoog Martine Spruit-Veenstra. ‘Dat kan komen door een grote levensverandering, zoals een pensioen of het verlies van een partner. Die persoonlijkheidsstoornis was vóór de grote verandering niet zichtbaar, doordat de situatie van de patiënt dit als het ware onderdrukte.’
Combinatietherapie helpt
De wetenschappers kwamen erachter dat de combinatietherapie beter helpt dan de huidige zorg: gesprekken met/of psychologen. Uit eerder onderzoek bleek al dat schematherapie de geestelijke gezondheid van mensen jonger dan 60 jaar verbetert. Tijdens het onderzoek zag Spruit-Veenstra dat de deelnemers na de combinatietherapie minder psychische klachten hadden.
Gedrag veranderen
Bij groepsschematherapie praten psychologen met een groep patiënten over vastgeroeste gedragspatronen van de patiënten, ook wel ‘schema’s genoemd. Met schematherapie leren patiënten hun gedragspatronen te herkennen en aan te passen. Tijdens het onderzoek gingen de patiënten na de sessie groepsschematherapie naar een gymzaal. Hier deden ze oefeningen om hun schema’s beter te leren herkennen en veranderen. Spruit-Veenstra vertelt dat patiënten door deze combinatietherapie inzien waar ze tegenaan lopen als gevolg van hun persoonlijkheidsstoornis. ‘De deelnemers van het onderzoek konden er daardoor goed op reflecteren met de psycholoog’.
Opdrachten in de gymzaal
Tijdens de groepsopdrachten in de gymzaal kwamen deelnemers erachter hoe zijzelf en andere deelnemers op elkaar reageerden, bijvoorbeeld als ze samen een bal in de lucht moesten houden met een parachute. Volgens Spruit-Veenstra gaf dit deelnemers veel persoonlijke inzichten. ‘Ook mochten deelnemers met materialen in de gymzaal hun problemen uitbeelden. Zo wikkelde een deelneemster touwen om haar lichaam, alsof ze gevangenzat door haar afhankelijkheidsstoornis. Door de opdracht kon de deelneemster zich beter uitdrukken dan alleen met woorden.’
Persoonlijkheidsstoornissen
Patiënten met persoonlijkheidsstoornissen kunnen soms ondoordacht en snel reageren, erg precies zijn, of overal over twijfelen. Dat kan volgens de onderzoekers patiënten en de mensen in hun omgeving belemmeren. Spruit-Veenstra: 'Het kan soms lastig kan zijn voor iemand met een persoonlijkheidsstoornis om relaties aan te gaan of te behouden.’
Fysiek samen zijn, is belangrijk
Ook ontdekten de wetenschappers dat fysiek samen zijn belangrijk is om de combinatietherapie te laten slagen. Volgens Spruit-Veenstra kwam dit toevallig aan het licht door de coronamaatregelen: ‘De laatste deelnemers begonnen in februari 2020 met de therapie. Een maand later kwamen de eerste coronamaatregelen, en mochten deze deelnemers niet meer fysiek bij elkaar komen.’ Volgens haar haalden de ‘coronadeelnemers’ minder succes uit de combinatietherapie dan de deelnemers die wel bij elkaar mochten komen.
Combinatietherapie in het UMCG
Aangezien de combinatietherapie succesvol was tijdens het onderzoek, bieden het UCP en andere instellingen dit nu ook aan voor patiënten. Spruit-Veenstra vertelt dat ze denkt dat nog meer psychiaters en psychologen de combinatietherapie gaan aanbieden, zodat veel meer patiënten in Nederland deze hulp kunnen krijgen.
Samenwerkingen binnen dit onderzoek
Het UCP van het UMCG deed dit onderzoek samen met andere afdelingen ouderenpsychiatrie en zeven geestelijke gezondheidszorginstellingen verspreid over Nederland. Vijf van deze instellingen zijn lid van het Rob Giel Onderzoekscentrum van het Universitair Centrum Psychiatrie; een regionaal samenwerkingsverband dat al sinds 2001 gericht is op toegepast onderzoek in de geestelijke gezondheidszorg in Noord en Oost Nederland.
De resultaten van de studie zijn gepubliceerd in The Lancet.
Bron: UMCG