Een grote internationale studie, waarin het genetisch materiaal van meer dan 360.000 mensen is onderzocht, is het gelukt om de erfelijke oorzaken van astma, hooikoorts en eczeem te identificeren
Er zijn 136 erfelijke varianten in 132 genen geïdentificeerd die de drie veelvoorkomende allergische ziekten astma, hooikoorts en eczeem veroorzaken. Dit blijkt uit een grote internationale studie, waarin het genetisch materiaal van meer dan 360.000 mensen is onderzocht. In deze wereldwijde studie, waarin de UMCG’ers Judith Vonk en Gerard Koppelman samenwerkten met onderzoekers uit Australië, USA en Europa, blijkt voor het eerst een gezamenlijke erfelijke aanleg voor deze drie allergische ziekten; dit verklaart waarom een persoon vaak last heeft van deze drie ziekten tegelijkertijd. De resultaten van deze studie zijn 30 oktober gepubliceerd in Nature Genetics.
Deze studie was de eerste die gezamenlijke erfelijke factoren probeerde te vinden voor astma, hooikoorts en eczeem. Deze drie aandoeningen betreffen drie verschillende lichaamsdelen: de long, de neus en de huid. Volgens de onderzoekers was al wel bekend dat deze drie ziekten gezamenlijke risicofactoren met elkaar deelden, maar was nog niet bekend welke dit precies waren en waar in het menselijk genoom deze te vinden waren.
Nadat de onderzoekers van ruim 360.000 mensen het genoom hadden bestudeerd, identificeerden zij 136 erfelijke varianten in 132 genen die een allergische ziekte veroorzaakten. Vrijwel alle erfelijke varianten droegen bij aan al deze drie allergische ziekten; slechts 6 varianten waren specifiek voor eczeem dan wel astma alleen. De genen beïnvloeden allemaal de manier waarop de cellen van het immuunsysteem werken. Volgens kinderlongarts Gerard Koppelman is het belang van deze resultaten erg groot. “Dit onderzoek verdubbelt onze kennis over de erfelijkheid van allergische ziekten. Het geeft aanwijzingen voor nieuwe erfelijke oorzaken van allergie, waardoor we kunnen onderzoeken of bestaande medicijnen een rol kunnen gaan spelen de behandeling van allergie.
De Nederlandse inbreng in dit wereldwijde onderzoek bestond naast de data van het grote bevolkingsonderzoek Lifelines, waarmee epidemioloog Judith Vonk en kinderlongarts Gerard Koppelman van het GRIAC (Groningen Research Institute for Asthma and COPD) deze studie deden, uit het Nederlandse Tweeling-onderzoek van de Amsterdamse hoogleraar psychologie Dorret Boomsma.