Cognitieve gedragstherapie is de belangrijkste psychologische behandeling tegen paranoïde ideeën bij patiënten met psychotische stoornissen

Een behandeling met Virtual Reality blijkt heel goed te werken bij mensen met psychose. Het werkt sneller dan de huidige behandeling met cognitieve gedragstherapie en is minstens zo effectief. Dit blijkt uit onderzoek van UMCG-psychiater Wim Veling. ‘Ik hoop dat deze toepassing van Virtual Reality snel ingevoerd wordt in de ggz.‘

Cognitieve gedragstherapie is de belangrijkste psychologische behandeling tegen paranoïde ideeën bij patiënten met psychotische stoornissen. Hierbij leert een patiënt hoe negatieve gedachten zijn  om te buigen naar positieve. Hij voelt zich daardoor beter en verandert zijn gedrag. In een onderzoek vergeleek Wim Veling het effect van een behandeling met een therapie gebaseerd op Virtual Reality (VR) met de huidige therapie. 

Patiënten gerichter behandelen
Volgens Veling helpt VR om maatwerk te bieden bij een behandeling. ‘Met VR kunnen we ons beter richten op het verminderen van vermijdingsgedrag en het afleren van veiligheidsgedrag van de patiënt. En dat is cruciaal voor het effect van de behandeling. We kunnen met VR patiënten beter op een gecontroleerde manier blootstellen aan hun paranoïde angsten.’ 

Boodschappen doen met VR
Met behulp van VR oefenden de patiënten tijdens hun therapie in sociale situaties die paranoïde ideeën en angst bij hen veroorzaakten. Ze konden bijvoorbeeld boodschappen doen in een virtuele supermarkt of een ritje met een bus maken. Veling: ‘In de rij staan bij de kassa van de supermarkt is moeilijk als je achterdochtig bent. Mensen kijken naar je, je moet met de caissière praten en je kan niet weg. In VR kan je oefenen hoe je zo’n situatie aankan, hoe je vermijding en angst kan verminderen en gewoon je boodschappen kunt doen.’ Therapeuten begeleidden hen om hun veiligheidsgedrag los te laten, paranoïde overtuigingen te testen en nieuw gedrag aan te leren. De oefeningen waren heel precies af te stemmen op de behoeften en doelen van de deelnemer en konden worden herhaald. 

Veelbelovend resultaat
Wim Veling noemt de resultaten het onderzoek veelbelovend. ‘Het blijkt dat de therapie met VR heel goed werkt bij mensen met een psychose en hun extreme achterdocht en angst wegneemt. Als we kijken naar factoren als paranoia, depressie, vermijding, zelfvertrouwen en angst werkt het wellicht zelfs iets beter dan de huidige behandeling. En de mensen hebben met VR gemiddeld 15% minder sessies nodig, waaruit blijkt dat de therapie sneller werkt!’

Invoeren in de ggz
Veling werkt nu aan het invoeren van deze behandeling met VR in de ggz. ‘We zijn in de ggz hard op zoek naar efficiëntere behandelingen. Dit blijkt een efficiënte behandeling te zijn, waarmee we meer mensen kunnen helpen. Mensen knappen eerder op en hebben minder sessies nodig.’

Soms zelfs zonder psycholoog?
Ondertussen kijkt Veling al verder. Hij onderzoekt op dit moment of met behulp van AI de behandeling met VR deels geautomatiseerd kan plaatsvinden. ‘We kijken of bij sommige sessies geen psycholoog meer nodig is. Als dat lukt en als de patiënten aangeven dat ze geen moeite hebben met een geautomatiseerde sessie, dan helpt dat natuurlijk helemaal bij verminderen van wachtlijsten. Ik verwacht over drie jaar de eerste behandelresultaten van deze studie.’

Over het onderzoek
Het onderzoek werd uitgevoerd in zeven centra voor geestelijke gezondheidszorg in Nederland en België. In totaal deden 98 patiënten aan de studie mee. De studie werd mede mogelijk gemaakt door de Hersenstichting. Lees hier de publicatie van het onderzoek naar de effectiviteit van VR-therapie.

Bron: UMCG