De KNMP mist de professionele ruimte voor apothekers bij de omgang met de geneesmiddeltekorten

Minister Kuipers (VWS) onderzoekt of de huidige bekostiging van de extramurale farmaceutische zorg voldoende bijdraagt aan kwaliteit van zorg, zoals het passend voorschrijven en ter hand stellen van geneesmiddelen. “Dat kan bijvoorbeeld gaan over de begeleiding bij minderen of stoppen, of juist over therapietrouw; alles om de uitkomsten voor patiënten te verbeteren. Er liggen mogelijkheden in ons huidige bekostigingssysteem om meer van dit soort zorg te leveren, toch worden deze niet altijd benut.” Dat schrijft de bewindspersoon in zijn brief aan de Tweede Kamer over extramurale farmaceutische zorg. De KNMP heeft net als de minister oog voor gezonde prikkels in het systeem. De KNMP vindt het daarbij ook van belang dat de in het kader van het Integraal Zorgakkoord gemaakte afspraken over (meer gelijkgerichte of volgende) contractering worden geïmplementeerd. Ook moeten administratieve lasten worden verminderd. 

Voorts geeft de minister in zijn verzamelbrief aan het belangrijk te vinden dat apothekers de ruimte hebben om patiënten goed te begeleiden, zodat de impact van geneesmiddelentekorten wordt gemanaged. De KNMP mist echter de professionele ruimte voor apothekers bij de omgang met de geneesmiddeltekorten in de brief. Over de aanpak van de oorzaken van tekorten wordt bovendien niet geschreven. KNMP-voorzitter Aris Prins: “Het is nu zaak dat er echt iets gaat gebeuren, gezien de urgentie van de problematiek rondom de geneesmiddelentekorten.”  

Daarnaast benoemt de bewindspersoon de visie op de eerstelijnszorg in 2030. Het verbeteren van samenwerking in de wijk is onderdeel van de visie op de eerstelijnszorg in 2030 waaraan de minister werkt met veldpartijen. De KNMP is van mening dat de visie eerstelijn helpt bij goede farmaceutische zorg, omdat farmaceutische zorg netwerkzorg is. Daarnaast werkt de KNMP gezamenlijk met het NHG en de LHV aan een aantal thema’s gericht op samenwerking om farmaceutische zorg te verbeteren. 

De minister schrijft verder over het, in opdracht van VWS geschreven, rapport van het SIR Institute for Pharmacy Practice and Policy. Het rapport bevat een overzicht van interventies door openbaar apothekers die volgens SIR de kwaliteit van farmaceutische zorg kunnen verbeteren en kansrijk zijn om in de nabije toekomst te worden opgeschaald en regionaal of landelijk verspreid. In het EFZ-traject wordt deze input, samen met andere voorbeelden, met partijen besproken en nader beoordeeld. 

Ook aan de orde komt een onderzoek over medicatiebeoordelingen (MBO). Daaruit komt naar voren dat het aantal uitgevoerde medicatiebeoordelingen tussen 2017 en 2022 met een kwart is afgenomen. De bewindspersoon geeft aan het belangrijk te vinden dat zorgverleners voldoende ruimte hebben om patiënten goed te kunnen begeleiden bij juist medicatiegebruik, en medicatie minderen en stoppen wanneer dat nodig is. Binnen de ontwikkeling van de farmaceutische zorg heeft de minister nadrukkelijk aandacht voor de begeleiding van minderen en stoppen van geneesmiddelen. 

De KNMP ziet medicatiebeoordelingen als waardevol. Omdat deze aan het eind van het spectrum van de begeleiding van patiënten door huisarts en apotheker liggen, zal de KNMP samen met NHG/LHV de verschillende vormen van medicatie-evaluatie verder ontwikkelen. Het gaat hierbij om het doorontwikkelen van bestaande consult-/medicatie-evaluatiemomenten. Daarmee worden apothekers in staat gesteld om de (wisselende) zorgvragen van patiënten samen met de huisartsen op de juiste manier te beantwoorden.  

Lees de kamerbrief
 
Bron: KNMP