Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel met het Panel Verpleging & Verzorging

Verpleegkundigen die de indicatiestelling voor wijkverpleging bij cliënten uitvoeren, voelen zich over het algemeen competent om dit te doen. De meeste verpleegkundigen en verzorgenden die zelf niet indiceren, vinden dat de indicatiestelling van hun collega’s over het algemeen aansluit bij de zorgvraag van cliënten. Dit blijkt uit onderzoek van het Nivel met het Panel Verpleging & Verzorging.

Sinds 2015 indiceren wijkverpleegkundigen zelf de benodigde zorg voor cliënten die thuis wonen. Zij brengen daarbij zorgvuldig de zorgvragen van cliënten in kaart en besluiten vervolgens wat de best passende zorg is. Het is belangrijk dat zij dit op een transparante en eenduidige manier doen, zodat alle cliënten gelijke toegang hebben tot zorg die noodzakelijk is.

Driekwart wijkverpleging tevreden over geïndiceerde zorg
Van de verpleegkundigen en verzorgenden die zelf niet indiceren is driekwart (75%) positief over de indicaties die hun collega’s geven. Zij vinden dat de indicatiestelling over het algemeen goed aansluit bij de zorgvraag van hun cliënten. Een kwart (25%) vindt deze aansluiting redelijk.

Wijkverpleegkundigen voelen zich competent om zorg te indiceren
Het overgrote deel van de wijkverpleegkundigen (91%) voelt zich in hoge mate competent om de indicatiestelling uit te voeren. Om hen te ondersteunen bij de indicatiestelling zijn verschillende documenten ontwikkeld. Wijkverpleegkundigen die deze documenten gebruiken voelen zich vaker competent in het indiceren dan degenen die dat niet doen. Toch worden de ondersteunende documenten lang niet altijd gebruikt door praktiserende verpleegkundigen. Een grote groep weet niet van het bestaan af en ook zijn meerdere verpleegkundigen niet tevreden over de ondersteuning die de documenten bieden.