Bij 215 Covid-patiënten hebben de onderzoekers gekeken naar de vetverdeling
Mensen met meer vet in en tussen de spieren hebben een grotere kans op overlijden door Covid-19. Dit blijkt uit onderzoek van het UMCG en het Amsterdam UMC.
Er is al veel onderzoek gedaan naar de invloed van overgewicht of obesitas op het ziekteverloop van Covid-patiënten. Zo weten we dat mensen met een te hoog BMI (Body Mass Index) vaker een ernstiger infectie oplopen dan patiënten met een gezond gewicht. Tegelijkertijd was bij deze patiënten met overgewicht niet goed te voorspellen wie een grotere overlijdenskans had. Uit het recente onderzoek van het UMCG en Amsterdam UMC blijkt nu dat de verdeling van het vet wél iets zegt over de kans op overlijden.
20% meer kans op overlijden
Bij 215 Covid-patiënten hebben de onderzoekers gekeken naar de vetverdeling. Dit deden ze met al gemaakte CT-scans van de borstkas en gegevens van de Amsterdam UMC COVID-19 Biobank. Bij mensen met dezelfde BMI-waarde zagen zij dat meer vet in en tussen de spieren de kans op overlijden vergroot met 20%.
Mogelijke verklaringen
Waarom dit zo is, is niet precies te zeggen en vereist meer onderzoek, zegt UMCG-radioloog Alain Viddeleer, die het onderzoek leidde. Hij heeft twee mogelijke verklaringen. ‘Mensen met dezelfde BMI-waarde hebben in totaal evenveel vet, maar de verdeling hiervan verschilt per persoon. Van mensen die meer vet rond de buikorganen hebben, weten we dat ze meer kans hebben op allerlei aandoeningen. Mogelijk is het vet in en tussen de spieren een afspiegeling van het vet rond de buikorganen. Een andere mogelijkheid is dat de ademhalingsspieren minder goed functioneren door het vet ertussen, of dat het vet ontstaan is door verval van spierweefsel.’
Fase 3
Met deze kennis kunnen artsen bij een ziekenhuisopname een betere inschatting maken van het overlijdensrisico van de patiënt. ‘Dit kan van belang zijn bij schaarste aan IC-plekken, de zogenaamde fase 3 die recent dreigde’, zegt Viddeleer. ‘Gelukkig hebben we dit in Nederland kunnen afwenden, maar voor andere landen dreigt deze situatie nog steeds.’