Via een kijkoperatie op het nog kloppende hart kon het stolsel worden geïsoleerd en opgesloten het zogeheten hartoor

In het Maastricht UMC+ is voor het eerst in Europa een nieuwe techniek toegepast voor het verwijderen van een stolsel in het hart bij een patiënt met boezemfibrilleren. Via een kijkoperatie op het nog kloppende hart kon het stolsel worden geïsoleerd en opgesloten het zogeheten hartoor. De patiënt werd hiermee een langdurige operatie bespaard, waarbij het hart stilgelegd dient te worden. Hoewel deze categorie patiënten zich niet vaak aandient, is het volgens de Maastrichtse hartspecialisten een waardevolle procedure.

Patiënten met boezemfibrilleren hebben een verhoogd risico op het krijgen van een beroerte (ook wel CVA genoemd). Dat risico wordt veroorzaakt door het ontstaan van een stolsel in de linkerboezem van het hart. Schiet zo'n stolsel los, dan kan het in de hersenen terecht komen met een beroerte tot gevolg. Daarom krijgen deze patiënten vaak anti-stollingsmedicatie voorgeschreven. Er is echter een categorie patiënten waarbij deze medicatie levensbedreigende bloedingen kan veroorzaken. In dat geval zal een aanwezig stolsel operatief verwijderd moeten worden.

Hartoor
Om een stolsel in het hart (of om precies te zijn in het linker hartoor, een buisvormig aanhangsel van de boezem) te kunnen verwijderen dient het hart te worden stilgelegd. De patiënt wordt vervolgens aangesloten op de hart-longmachine. Dan wordt het linker hartoor opengemaakt en het stolsel weg gehaald. Dit is een ingrijpende en complexe operatie, waarbij een lange hersteltijd geldt en ook het nodige risico op complicaties met zich meebrengt. Om dit te voorkomen voerde het Maastrichtse team een kijkoperatie uit, waarbij een clip over de basis van het hartoor wordt geschoven. Op die manier kan het hart blijven kloppen en kan het stolsel worden geïsoleerd en opgesloten, zodat het geen risico meer vormt.

Minder invasief
De kijkoperatie is een veel minder invasieve methode dan de openhartoperatie. De duur van de ingreep is vele malen korter (een kwartier t.o.v. een paar uur), het risico op bloedingen kleiner en de hersteltijd is korter. "Patiënten die hiervoor in aanmerking komen, dienen zich misschien maar eens in de één à twee jaar aan", zegt hartchirurg Bart Maesen die de ingreep met collega's van het Hart+Vaat Centrum uitvoerde. "Dat neemt natuurlijk niet weg dat we iedere patiënt de best mogelijke behandeling willen bieden. Daarom zoeken we dan ook altijd naar nieuwe, innovatieve technieken en methoden om de patiënt met zo'n min mogelijk complicaties te kunnen helpen. Dat zijn we als academisch ziekenhuis ook aan onze stand verplicht."

In het wetenschappelijk tijdschrift IJC Heart & Vasculature beschrijven de Maastrichtse hartspecialisten de procedure.