Na een buikoperatie ontstaat vrij vaak inwendig littekenweefsel. 

Verklevingen na een open buikoperatie veroorzaken (te) veel heropnames. Hoewel kijkoperaties het aantal verklevingen en de daarmee samenhangende complicaties verminderen, blijft de totale ziektelast hoog, schrijven onderzoekers van het Radboudumc in The Lancet. Nog altijd wordt 4,7 procent van alle patiënten na een buikoperatie heropgenomen voor complicaties door verklevingen. Verdere maatregelen om de ziektelast verder terug te dringen, ook bij kijkoperaties, zijn dringend gewenst.
 
Dergelijke ‘verklevingen’ kunnen vervelende gevolgen hebben. In 2013 presenteerde chirurg in opleiding Richard ten Broek in het Britisch Medical Journal een overzicht van de belangrijkste complicaties, zoals een acute afsluiting van de darm, chronische pijn, darmletsels bij heroperaties en verminderde vruchtbaarheid. Verklevingen vormen daarmee een serieus medisch probleem.
In 1999 werd al een eerste groot onderzoek uitgevoerd naar verklevingen (de SCAR-study), waarbij alle patiënten in Schotland werden gevolgd die een buikoperatie hadden gehad. Vijf procent van deze patiënten werd in de jaren daarna opnieuw opgenomen vanwege complicaties die zeker door verklevingen werden veroorzaakt. Daarnaast werd een derde van alle patiënten heropgenomen met klachten die mogelijk passen bij een complicatie van verklevingen.
 
Minder verklevingen door kijkoperaties
“De SCAR-study heeft de aanzet gegeven tot middelen die verklevingen tegengaan,” zegt ten Broek van het Radboudumc, “maar die waren vooral geschikt voor de open chirurgie, voor operaties waarbij je de buik echt openlegt. Bij de introductie van deze middelen schakelde de chirurgie steeds meer over naar laparoscopie, naar minimaal invasieve kijkoperaties.”

Er werd aangenomen dat door kijkoperaties minder verklevingen zouden ontstaan, maar lang was onduidelijk hoeveel minder en of het misschien ook leidde tot andere complicaties. Ten Broek: “In een recente publicatie liet de onderzoeksgroep van ten Broek en van Goor zien dat verklevingen na open chirurgie bij ongeveer negentig procent van de patiënten voorkomen. Na laparoscopie is dat bij ongeveer zeventig procent. Daarnaast zien we dat de verklevingen bij open chirurgie vaak uitgebreider zijn, met name richting de buikwand.”
 
Minder, maar nog teveel
Om cijfers nog beter te kunnen vergelijken hebben ten Broek, Pepijn Krielen - die op dit onderzoek gaat promoveren - en collega’s nu opnieuw gegevens uit de Schotse databank gebruikt om naar heropnames en complicaties te kijken. Deze SCAR update, gepubliceerd in the Lancet, laat zien dat kijkoperaties het risico op heropnames door verklevingen verkleinen. Met dertig procent bij de zeker door verklevingen veroorzaakte heropnames en met tien procent bij de complicaties die mogelijk samenhangen met verklevingen.

Dat klinkt als goed nieuws. “Zeker”, zegt ten Broek, “elke daling van het aantal verklevingen is bijzonder welkom. Maar toch blijft de totale ziektelast nog hoog. 

Te hoog. Nog steeds wordt 4,7 procent van alle geopereerde patiënten heropgenomen voor complicaties door verklevingen en ongeveer 30 procent voor een complicaties die mogelijk met verklevingen samenhangen. In 1999 was de totale ziektelast nagenoeg gelijk (respectievelijk 5 en ruim 30 procent heropnames). Ook blijft het risico op complicaties in bepaalde groepen hoog - ook als laparoscopisch wordt geopereerd - zoals bij dikkedarm-chirurgie en gynaecologische ingrepen. Hoewel de risico’s op verklevingen door kijkoperaties zijn gedaald, is de ziektelast van verklevingen nog altijd te groot - ook in de laparoscopie. We zullen ons moeten blijven inspannen om die risico’s nog verder terug te dringen en gebruik van anti-verkleefmiddelen te verhogen.”