Dit maakt het mogelijk om kleine beweeglijke uitzaaiingen met grote precisie te lokaliseren

Het UMC Utrecht werkt aan een nieuwe techniek om uitgezaaide kanker beter te behandelen: MRI/PET. De MRI/PET brengt naast de anatomie van tumoren ook de stofwisseling ervan in beeld. Dit maakt het mogelijk om kleine beweeglijke uitzaaiingen met grote precisie te lokaliseren. Én te bestralen, vertelt radiotherapeut Martijn Intven, want “de MRI/PET is een aanvulling op de MR-Linac en maakt deze nog effectiever.”

Sinds twee jaar kunnen patiënten bestraald worden met de MR-Linac, de Utrechtse uitvinding die inmiddels ook internationaal wordt gebruikt. Martijn Intven werkt in het UMC Utrecht met deze zogenoemde MRI-versneller, een combinatie van een radiotherapie-versneller en een diagnostische MRI, die het mogelijk maakt om tumoren in beeld te brengen en tegelijkertijd te bestralen. De nieuwe MRI/PET ziet Martijn als een volgende stap in het innovatieproces, omdat deze de MRI-versneller nog preciezer maakt. 

Nauwkeuriger bestralen
“Het mooie van de MR-Linac is dat je de tumor met MRI kunt zien en dat je dagelijks het bestralingsplan kunt aanpassen aan de ligging van de tumor en gezonde weefsels rondom. Je kunt nauwkeuriger bestralen waardoor je ook hogere bestralingsdosissen kunt geven, want je raakt minder gezond weefsel en je veroorzaakt dus minder schade en bijwerkingen.” Mede dankzij de inzet van de MR-Linac bij patiënten met prostaatkanker zijn bijvoorbeeld minder bestralingen nodig: 5 in plaats van 35. En alvleeskliertumoren die voorheen niet bestraald konden worden, kunnen dat nu wel door de preciezere locatiebepaling.

Stofwisseling in beeld
“Met de inzet van een MRI/PET-scan zetten we hierin nóg een extra stap”, vertelt Martijn. “De MRI/PET brengt naast de anatomie van tumoren ook de stofwisseling ervan in beeld. Met specifieke tracers, volgstofjes, kunnen we kleine tumoren met hoge precisie opsporen.” Voorbeeld van zo’n tracer is PSMA, een stofje dat zich alleen aan de kwaadaardige cellen van de prostaat hecht. Hiermee kan de scan de tumorcellen en mogelijke uitzaaiingen in beeld brengen. Martijn: “Door deze PET-component van de nieuwe techniek te verbinden met een MRI kunnen we de precieze locatie van een tumor bepalen en zichtbaar maken, ook van zeer kleine en beweeglijke tumoren in buik- en borstholte. Met dit beeld als uitgangspunt kunnen we de tumoren vervolgens met de MR-Linac met hoge precisie bestralen.”

Dikke-darmkanker
Martijn schetst het behandelproces, zoals hij dat voor zich ziet bij patiënten met een niet te groot aantal uitzaaiingen. “Neem patiënten met dikke-darmkanker. Als zij meer uitzaaiingen hebben, zetten we normaliter intensieve systeemtherapie in, een combinatie van chemotherapie en doelgerichte therapie om kankercellen in het hele lichaam te bestrijden. Dit werkt meestal goed: de uitzaaiingen worden kleiner of blijven stabiel. In het geval van intensieve chemotherapie gaan we na vier maanden vaak over op lichtere onderhoudstherapie. Daarmee krijgt het lichaam de kans om te herstellen en ervaren patiënten de meeste kwaliteit van leven. Helaas verdwijnen de uitzaaiingen maar zelden volledig en na verloop van tijd beginnen de bekende uitzaaiingen weer te groeien.” 

Uitzaaiingen beheersen
En hij vervolgt: “Hier komt de MRI/PET in beeld. Bij de overgang van intensieve therapie naar onderhoudstherapie willen we bestralen met inzet van de MRI/PET. Als we op dat moment alle metabool-actieve afwijkingen kunnen bestralen – dus alle afwijkingen waar we verdachte stofwisselingsactiviteit waarnemen – dan verwachten we uitzaaiingen met de onderhoudstherapie beter te kunnen beheersen en de gezondheid van patiënten langer stabiel te houden. Dit kan betekenen dat we meer afwijkingen tegelijkertijd gaan bestralen. Door de hoge precisie denken we dat de belasting van de behandeling, ondanks het bestralen van meer afwijkingen, zal meevallen.”

Al met al verwacht Martijn dat de MRI/PET kan bijdragen aan een betere kwaliteit van leven en waarschijnlijk ook aan een langer leven voor patiënten met kanker. “Als we de situatie van patiënten tijdens de onderhoudsfase langer stabiel kunnen houden, hoeven we minder snel over te gaan op intensieve tweedelijns en derdelijns systeemtherapie. Dat is pure winst.”

Studie starten
Martijn wil liefst zo snel mogelijk een studie starten met de gecombineerde inzet van MRI/PET en MR-Linac. Zo ver is het echter nog niet. De verwachting is dat in de zomer van 2022 de eerste patiënten gescand kunnen worden. Deze eerste groep patiënten zal een standaard PET/CT en een MRI/PET krijgen. Martijn: “We gaan de beelden van beide scans vergelijken en kijken hoe goed we kleine afwijkingen kunnen opsporen. Vervolgens zullen we de scans ook gebruiken om patiënten te behandelen met de MRI-versneller.” Op dit moment wordt de MRI/PET technisch gereed gemaakt voor gebruik in de kliniek. Daarbij werkt het UMC Utrecht nauw samen met Philips, Hyperion Hybrid Imaging Systems en Futura Composites.