Subglottische stenose is een aandoening waarbij de luchtpijp net onder de stembanden vernauwt door littekenweefsel
Voor het eerst in Nederland is in het LUMC een nieuwe chirurgische techniek toegepast die patiënten met een zeldzame luchtwegvernauwing weer lucht geeft: de Maddern-procedure. Ook is de KNO-afdeling van het LUMC sinds 15 december 2025 erkend als landelijk expertisecentrum voor zeldzame aandoeningen aan het strottenhoofd. Deze erkenning en de Maddern-procedure geven patiënten niet alleen meer lucht, maar ook uitzicht op minder ingrepen en een betere kwaliteit van leven.
Subglottische stenose is een aandoening waarbij de luchtpijp net onder de stembanden vernauwt door littekenweefsel. Deze vernauwing kan aangeboren zijn of ontstaan na een medische behandeling, zoals langdurige beademing via een beademingsbuis. Soms is een trauma de oorzaak, bijvoorbeeld het inademen van schadelijke stoffen. Ook een auto-immuunziekte zoals vasculitis kan de luchtpijp aantasten. Soms is er geen duidelijke oorzaak. In dat geval spreken we van een idiopatische subglottische stenose (iSGS).
Ademhalen steeds moeilijker
De vernauwing verergert in de loop van de tijd en zorgt voor steeds meer ademhalingsproblemen. KNO-arts en iSGS-specialist Emilie Dronkers van het LUMC legt uit: “Normaal heeft een luchtpijp een diameter van 15 tot 20 millimeter, maar bij iSGS kan de luchtpijp vernauwen tot slechts 3 millimeter (zie ook afbeelding). Dan wordt niet alleen ademhalen, maar ook praten extreem moeilijk. Patiënten hoesten ook veel. Die combinatie heeft een enorme impact op hun leven. Stel je voor dat je de hele dag door een rietje moet ademen en voortdurend hoest. Dat is heel uitputtend. Veel patiënten kunnen hun dagelijkse activiteiten en hun werk niet meer doen.”
Behandelingen die lucht geven, maar geen genezing
Idiopathische subglottische stenose is een chronische aandoening waarvoor nog geen genezende behandeling bestaat. Wel zijn er behandelingen die de vernauwing tijdelijk verhelpen. Een veelgebruikte ingreep is endoscopische dilatatie: op de operatiekamer wordt via een buis in de mond met een laserkleine sneetjes in het littekenweefsel gemaakt en daarna wordt het littekenweefsel opgerekt door een opgeblazen ballon. Vaak krijgen patiënten ook steroïden-injecties om het litteken soepeler te maken. Een andere optie is uitwendige resectie, waarbij via een snee in de hals het aangetaste deel van de luchtpijp in zijn geheel (slijmvlies en kraakbeenringen) wordt verwijderd. De gezonde delen worden daarna weer aan elkaar gezet. “In beide gevallen merken patiënten snel een enorme verbetering. Het geeft letterlijk weer lucht. Het verschil is zo groot dat ze soms ademhalingstechnieken moeten leren om met de extra lucht om te gaan”, zegt Dronkers.
Kijk voor verdere informatie op de site van het LUMC
Bron: LUMC
/a_650_1846.jpg)
/e_650_0141.jpg)
/H325_ISS_25996_01356.jpg)
/a_650_1169.jpg)
/a_650_0483.jpg)
/c_650_0283.jpg)
/G_650_343.jpg)
/b_650_0151.jpg)
