Het Zorginstituut legt het probleem van verdelen van schaarste volledig bij de professionals in de wijkverpleging
Een ‘essentiële spil in de eerstelijnszorg’; ActiZ is blij met deze betiteling van de wijkverpleging door Zorginstituut Nederland. De branchevereniging van zorgorganisaties onderschrijft ook enkele adviezen die het Zorginstituut doet in haar advies ‘Verdelen van schaarste in de wijkverpleging’. ‘Maar het Zorginstituut legt het probleem van verdelen van schaarste volledig bij de professionals in de wijkverpleging’, zegt Renée Wilke, zorgbestuurder bij Sensire en portefeuillehouder passende zorg in de ActiZ kerngroep Zorg Thuis.
'Er zijn goede voorstellen', stelt Renée Wilke, 'denk aan het gebruikmaken van helpenden in de wijk, het nog beter ondersteunen van het netwerk van cliënten en het volop inzetten op digitaal en hulpmiddelen. We worden met elkaar steeds ouder, er zijn meer behandelingen mogelijk voor mensen, maar dat betekent ook dat de vraag naar zorg toeneemt.’ ActiZ wil dat goede voorbeelden van passende zorg in de wijkverpleging worden versneld, er structurele investeringen gedaan worden en de aanspraak wordt aangepast om de verandering naar ‘zelf tenzij’ en ‘digitaal tenzij’ te kunnen versnellen.
Aanscherping van de aanspraak nodig
Wijkverpleging is in delen van Nederland nu al schaars. Dat toonde ook het onderzoek Wachten op wijkverpleging. Onderzoek naar de beschikbaarheid van wijkverpleging van eerder dit jaar aan. Er zijn te veel mensen die wijkverpleging nodig hebben, maar niet terecht kunnen of minder zorguren krijgen dan gewenst. Gezien de vergrijzing zal dat in de nabije toekomst alleen maar heviger worden. Nu al is het zo dat in veel gevallen de verantwoordelijkheid voor het verdelen van deze schaarste bij de individuele wijkverpleegkundige ligt ‘Maar het gaat ook om maatschappelijke en principiële vragen’, geeft Wilke aan: ‘Hebben burgers met een eigen netwerk, maar die daar geen beroep op willen doen evenveel recht op zorg? Wat als iemand zelf geen hulpmiddelen aan wil schaffen of wil gebruiken, moet dan toch de wijkverpleging zorg overnemen?’
ActiZ vindt dat in de aanspraak op wijkverpleging een veel duidelijker en stringenter onderscheid gemaakt kan worden in wat van de cliënt en het netwerk zelf verwacht mag worden en wat van de zorgprofessional. ‘Waar liggen de grenzen van de zorg? Dat is waar het Zorginstituut nu van wegblijft. Ook kan digitale zorg veel beter gestimuleerd kan worden via wijzigingen in aanspraken.’
Heldere aanspraak helpt zorgprofessionals
Er bestaat nu veel diversiteit in de werkwijzen van zorgorganisaties in de wijk en de inkoopvoorwaarden van zorgverzekeraars. Bij sommige zorgorganisaties wordt er standaard gewerkt met de maatregelen die het Zorginstituut benoemt in haar rapport en bij andere zorgorganisaties (nog) niet. Het vraagt dus om andere maatregelen om ervoor te zorgen dat alle zorgorganisaties en wijkverpleegkundigen op dezelfde wijze werken. Renée Wilke: ‘Op die manier verdelen we de schaarse inzet van zorgprofessionals eerlijker voor iedereen en zijn we voorbereid op de toekomst.’ Volgens ActiZ valt bijvoorbeeld te denken om niet meer in alle gevallen ‘aantrekken van steunkousen’ of ‘ogen druppelen’ tot verzekerde zorg te rekenen, maar alleen wanneer iemand dit niet zelf of met een hulpmiddel kan doen. ‘Hierdoor krijgen zorgprofessionals meer ruimte voor andere (zwaardere) zorgtaken’, redeneert Wilke. ‘En weten wijkverpleegkundigen zich ook gesteund in beleid bij de besluiten die genomen moeten worden om mensen wel of niet te kunnen helpen.’
Lees hier het rapport ‘Verdelen van schaarste in de wijkverpleging’ van het Zorginstituut Nederland
Passende zorg in wijkverpleging versnellen
Op tal val plekken brengen zorgaanbieders in de wijk al passende zorg in de praktijk. Er worden bijvoorbeeld steeds vaker hulpmiddelen ingezet die mensen helpen zelf steunkousen aan te doen of ogen te druppelen. Ook werken er zorgorganisaties met vormen als reablement of de ‘Schijf van Vijf’. Het uitgangspunt bij beiden is hoe de zorg georganiseerd kan worden, zonder dat er direct een zorgprofessional aan te pas komt. Bij de Schijf van Vijf wordt dit gedaan hand van vijf componenten: Wat kan de cliënt zelf? Welke hulpmiddelen kunnen er worden ingezet? Wat kan familie of mantelzorg? Wat kan het sociale netwerk, of andere instanties? En als laatste: welke rol speelt de zorgprofessional?
Meer passende zorg in de wijk kan versneld worden door meer investeringen. Bijvoorbeeld door professionals ook tijd en ruimte te geven om conform de werkwijze te handelen. Zo staan bij preventie verwarrende afspraken over wat wél en niet declarabel is of uit welk wettelijk domein dit betaalt mag worden, echte doorbraken in de weg. Ook de verschillende inkoopvoorwaarden van zorgverzekeraars om sommige hulpmiddelen of technologieën wel of niet te vergoeden (een oogdruppelbril of aangepast bestek bijvoorbeeld) verhinderen versnelling.
Er wordt in het kader van het Integraal Zorgakkoord gewerkt aan domeinoverstijgende bekostiging binnen de Zorgverzekeringswet (bijvoorbeeld van ziekenhuis naar huisarts of thuiszorg), maar dat is nog ver weg en ingewikkeld. Om passende zorg nog sneller werkelijkheid te laten zijn, zou een domeinoverstijgende bekostiging tussen wijkverpleging en sociaal domein ook een enorme boost geven. Ook de samenwerking tussen zorgverzekeraars en gemeenten kan beter. ActiZ pleit ervoor dat het nieuwe kabinet werk maakt van het meer kunnen werken vanuit de bedoeling. Dat vraagt om werken vanuit vertrouwen in zorgprofessionals en het stimuleren van preventie en samenzorg.
Bron: ActiZ