De Patiëntenfederatie Nederland roept daarom partijen op haast te maken met een actueel overzicht van de beschikbaarheid van wijkverpleegkundige organisaties
Cliënten die wijkverpleging krijgen zijn daar over het algemeen tevreden over. Dat blijkt uit onderzoek van Patiëntenfederatie Nederland onder cliënten die wijkverpleging krijgen en hun naasten uit het Zorgpanel. Tegelijkertijd kunnen en moeten er volgens ons nog veel zaken beter in de wijkverpleging, zoals het bespreekbaar maken van de inzet van digitale hulpmiddelen, een betere inzet van cliëntportalen en inzicht in een actueel overzicht van de beschikbaarheid van wijkverpleging.
Uit het onderzoek blijkt namelijk dat cliënten veel tijd kwijt zijn met bellen naar organisaties die wijkverpleging leveren. Dit komt omdat er geen actueel overzicht is van welke organisaties plek hebben voor een nieuwe cliënt. Naast de cliënt kost dit ook de organisaties veel onnodige tijd. De Patiëntenfederatie roept daarom partijen op haast te maken met een actueel overzicht van de beschikbaarheid van wijkverpleegkundige organisaties. In het Integraal Zorgakkoord (IZA) zijn al afspraken gemaakt, maar volgens ons gaat de invoering niet snel genoeg.
Verbeter inzet cliëntportalen
Daarnaast is een betere inzet van cliëntportalen nodig. Cliëntportalen zijn (online) overzichten waarin bijgehouden kan worden welke zorg de cliënt nodig heeft, wie dat wanneer komt doen en welke zorg de cliënt heeft gehad. Op dit moment heeft slechts 45% van de cliënten ervaring met het gebruik hiervan. Dit percentage moet de komende jaren snel omhoog. Doordat cliënten zelf inzicht hebben in hun gegevens, weten ze bijvoorbeeld wie er langskomt en wanneer er iemand langskomt. Bij wisseling tussen wijkverpleegkundigen is de informatie in het cliëntenportaal voor hen ook belangrijk, omdat dit bijdraagt aan de continuïteit en kwaliteit van zorg. Op deze manier worden verwachtingen tussen cliënt, mantelzorger en wijkverpleegkundige beter op elkaar afgestemd en verbetert hun zorgrelatie.
Beslis samen over inzet (digitale) hulpmiddelen
Tot slot moet er in de wijkverpleging nog veel winst geboekt worden in de inzet van (digitale) hulpmiddelen zoals beeldbellen en medicijndispensers. Bij de helft van de deelnemers is het gebruik (digitale) hulpmiddelen zelfs niet besproken met de wijkverpleegkundige. Dat is opmerkelijk, omdat we uit de praktijk weten dat de inzet hiervan bij kan dragen aan het verbeteren van de kwaliteit van zorg en het verminderen van de druk op zorgverleners. Daarnaast blijkt uit het onderzoek dat de gesprekken die hier wel over gevoerd worden, nog veel beter kunnen. Zo heeft een wijkverpleegkundige niet altijd een goed beeld van de (thuis)situatie van de cliënt, waardoor niet alle mogelijke (digitale) hulpmiddelen besproken worden of niet duidelijk wordt welke hulpmiddelen deelnemers zelf al hebben (gebruikt).