Het behoud van huidige medewerkers is van groot belang

Het kan niemand zijn ontgaan dat we nu al een enorm personeelstekort hebben in de zorg en dat dit tekort, mede door de vergrijzing, alleen maar groter wordt. Dat betekent dat we anders moeten gaan kijken naar het arbeidsmarktvraagstuk. Doordat we meer mensen verleiden om in de zorg te komen werken, stromen niet alleen jongeren in, maar maken ook veel volwassenen een carrièreswitch naar de zorg. Zij komen met hele diverse achtergronden en ervaringen binnen en om hen goed toe te rusten voor het werk moet beter aangesloten worden bij hun competenties. Ook het behoud van huidige medewerkers is van groot belang. Medewerkers mogelijkheden bieden zich verder te kunnen ontwikkelen in hun werk en hen carrièreperspectief bieden, helpt om verloop naar andere sectoren tegen te gaan. Om dit te bereiken is een meer toegankelijke manier van opleiden nodig. Met alleen ‘meer opleiden’ lossen we het huidige én toekomstige personeelsvraagstuk niet op.

Tijdens een diner pensant, op 30 januari 2020, verkenden we met 10 vertegenwoordigers uit onze branche, de beroepsvereniging V&VN, de ministeries VWS en OCW, RegioPlus, de IGJ en zorgverzekeraars wat er nodig is om echt anders te gaan denken en doen. Aan welke ‘systeemknoppen’ en ‘denkknoppen’ kunnen en moeten we dan draaien? Hoeveel ruimte is er nu al en wat is er nodig om de beweging naar beter en anders opleiden echt in te zetten? Hoe komen we van redeneren vanuit diploma’s naar kijken wat iemand al kan en nog nodig heeft om goed inzetbaar te zijn?

Samen verder
Er is meer ruimte in anders opleiden dan gedacht, is de voorzichtige conclusie uit het diner pensant.  Echter de grenzen van die ruimte zijn nog lang niet duidelijk. Die moeten we verder met elkaar verkennen. Evenals de knelpunten die er zijn, met name in de wijkverpleging. Daar groeit het personeelstekort harder en is de instroom veel kleiner. Voortvarende oplossingen zijn daar nodig om het werk gedaan te krijgen. Dat kan alleen door met elkaar de verantwoordelijkheid te nemen voor de kwaliteit en veiligheid van zorg in de wijk en voor de mensen die daarvoor moeten zorgen. De dialoog daarover blijven we voeren.

De ontwikkeling van de leereenheden door onder andere ActiZ en VGN, inclusief de landelijke erkenning, moet in een hogere versnelling. Leren van elkaar blijft belangrijk en de Actieleernetwerken kunnen daar een belangrijke rol in spelen, zodat niet iedere organisatie zelf het wiel van anders opleiden hoeft uit te vinden. Kennis van mogelijkheden, subsidies en de ruimte die er is moet beter in kaart gebracht worden. ActiZ zal daar voor haar leden de nodige stappen in zetten.