Bij mensen met de ziekte van Parkinson functioneert de ‘automatische piloot’ minder goed
Mensen met de ziekte van Parkinson hebben regelmatig moeite met lopen en gebruiken verschillende strategieën om beter vooruit te komen. Tot nu toe was onbekend hoe deze loopstrategieën voor die verbetering zorgden. Hersenonderzoek van het Radboudumc toont voor het eerst aan dat er in de hersenen meerdere ‘routes’ zijn die het lopen aansturen, en dit kunnen overnemen als de hoofdroute door parkinson is aangetast.
Bij mensen met de ziekte van Parkinson functioneert de ‘automatische piloot’ minder goed. Daardoor ontstaan problemen bij bewegingen waar je normaal gesproken niet over hoeft na te denken – zoals het lopen. Gelukkig kunnen mensen met parkinson gebruik maken van creatieve strategieën om deze loopproblemen te omzeilen, zo bleek uit eerder onderzoek van het Radboudumc. Deze strategieën, onderverdeeld in zeven categorieën, variëren van lopen met behulp van interne prikkels zoals tellen tot het observeren van bewegingen van anderen en die nadoen. Sommige mensen lopen bijvoorbeeld een stuk beter op het ritme van muziek.
De onderzoekers wilden vervolgens achterhalen wat er in de hersenen gebeurt als mensen deze strategieën aanspreken. “We werden hierbij gedreven door nieuwsgierigheid”, legt revalidatiearts en laatste auteur Jorik Nonnekes uit. “We weten dat als mensen iets nieuws leren, ze hierbij andere hersengebieden gebruiken dan bij dingen die ze automatisch doen. Onze hypothese was dat dit voor het lopen met loopstrategieën ook zo werkt bij mensen met parkinson, en dat ze dus andere hersengebieden aanspreken om te compenseren voor de defecte automatische piloot. Dit was nog nooit eerder in kaart gebracht.”
Hersenactiviteit meten met behulp van EEG
Met behulp van EEG (hersenfilmpjes) werd de hersenactiviteit van achttien mensen met parkinson en loopproblemen gemeten terwijl zij op een loopband liepen. Hieruit bleek dat de deelnemers bij het succesvolle gebruik van een strategie extra hersengebieden activeerden vergeleken met het lopen zonder een strategie. Welke hersengebieden precies werden geactiveerd verschilde ook nog per strategie. Bij tellen tijdens het lopen (een interne prikkel) gebruikten mensen de hersengebieden aan de voorkant van het hoofd meer dan tijdens het lopen zonder het gebruik van een strategie. Bij lopen op het ritme van een metronoom (een externe prikkel) en het observeren van de bewegingen van anderen werden juist de kwabben aan de zijkant en achterkant van de hersenen meer geactiveerd. “Dat elke strategie een uniek werkingsmechanisme lijkt te hebben zou potentieel kunnen verklaren waarom de ene strategie bij één persoon fantastisch werkt, maar bij de ander het lopen helemaal niet verbetert”, zo legt promovenda en eerste auteur Anouk Tosserams uit.
Meer kennis over creatieve strategieën
De onderzoekers willen mensen met parkinson meegeven dat ze veel baat kunnen hebben bij het gebruik van deze strategieën. Eerder onderzoek liet zien dat de meeste mensen lang niet met alle strategieën bekend zijn. Nonnekes: “Lopen gaat bij veel mensen minder goed door parkinson, door een defecte ‘automatische piloot’ die het lopen normaal gesproken vooral aanstuurt. We hebben nu aangetoond dat er in de hersenen nog voldoende alternatieve circuits zijn die het lopen in gang kunnen zetten. Als mensen zich hier bewust van zijn en de strategieën leren kennen, kunnen ze deze alternatieve routes ten volle benutten.”
De zeven loopstrategieën
Dit zijn de zeven loopstrategieën die eerder in kaart zijn gebracht:
- Interne prikkels, zoals lopen op een tel in het hoofd;
- Externe prikkels, zoals lopen op het ritme van een metronoom of het stappen over lijnen op de grond;
- Veranderen van balans, zoals het maken van ruimere bochten;
- Veranderen van de mentale toestand, zoals het wegnemen van stress;
- Observeren of inbeelden van bewegingen, zoals het kijken naar een andere persoon die loopt en diens bewegingen nabootsen;
- Aannemen van nieuwe looppatronen, zoals het hoog optrekken van de knieën of achteruit lopen;
- Andere vormen van het gebruik van de benen, zoals fietsen of skateboarden.
In dit onderzoek is gekeken naar interne en externe prikkels en het observeren van bewegingen.