Ziekenhuizen werden tijdens de pandemie gedwongen om de reguliere zorg af te schalen
In 2020 is het aantal acute chirurgische operaties in Nederland, ondanks het afschalen van de zorg als gevolg van de COVID-19 pandemie, stabiel gebleven in vergelijking met de jaren daarvoor. Oncologische operaties werden geprioriteerd, waarbij er over het algemeen zelfs korter gewacht hoefde te worden tot de operatie en patiënten ook zelfs korter opgenomen lagen op de IC en de verpleegafdeling. Uit de gegevens blijkt verder dat de gemiddelde opnameduur voor oncologisch chirurgische patiënten afnam in 2020, zonder toename van complicaties of heropnames. Ook werd eveneens een significante afname gezien in het aantal IC opnames voor postoperatieve chirurgische patiënten. Het totaal aantal geplande geopereerde patiënten lag in 2020 wel 13,6% lager dan in 2019 en 2018. Dit blijkt uit een groot onderzoek van de Dutch COVIDSurg groep onder leiding van oncologisch chirurg Schelto Kruijff van het UMCG. Zij publiceren hierover in British Journal of Surgery.
Om tijdens de pandemie aan de toegenomen vraag naar IC-capaciteit voor COVID-19 patiënten te kunnen voldoen, werden ziekenhuizen gedwongen om de reguliere zorg af te schalen. Dit heeft geleid tot grote ontregeling van de reguliere zorg, waarbij ook patiënten zonder COVID-19 werden getroffen. Dat de COVID-19 pandemie op vele facetten van de zorg invloed heeft gehad wordt steeds meer duidelijk, waarbij de chirurgische zorg een van de hardst getroffen sectoren is.
Chirurgische kwaliteitsregistraties
De Dutch COVIDSurg-groep, bestaand uit diverse chirurgen van verschillende Nederlandse ziekenhuizen, deed onderzoek naar de impact die de COVID-19 pandemie in Nederland had op acht verschillende chirurgische disciplines. Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de Dutch Institute for Clinical Auditing (DICA), om de geleverde chirurgische zorg in het eerste pandemische jaar 2020 te kunnen vergelijken met de jaren voor COVID (2018-2019). In totaal hebben 50 Nederlandse ziekenhuizen meegewerkt waardoor de gegevens van 40.296 patiënten uit verschillende chirurgische registraties in het onderzoek zijn opgenomen.
Veranderde behandelpatronen
Uit het onderzoek blijkt dat zoals verwacht het totaal aantal geopereerde patiënten in 2020 13,6% lager is ten opzichte van 2018 en 2019. De grootste afnames was zichtbaar tijdens de eerste en tweede COVID-19 golf. Het aantal acuut uitgevoerde chirurgische operaties bleef stabiel en de oncologische chirurgische zorg werd in de meeste gevallen gecontinueerd met een kortere wachttijd tot de operatie. Uit de gegevens blijkt verder dat de gemiddelde opnameduur voor oncologisch chirurgische patiënten afnam in 2020, zonder toename van complicaties of heropnames. Ook werd eveneens een forse afname gezien in het aantal IC opnames voor postoperatieve chirurgische patiënten.
Geleerde lessen
In 2020 heeft het afschalen van de gehele zorgsector, ondanks het lagere aantal uitgevoerde operaties, niet geleid tot een toename in acute chirurgische zorg of tot slechtere resultaten voor patiënten die geopereerd zijn in 2020. Oncologische patiënten hadden een kortere opnameduur en minder postoperatieve IC-opnames. Volgens de onderzoekers laat dit laatste zien dat bij sommige operaties waarvoor nu nog standaard na de operatie ic-bewaking plaatsvindt, mogelijk ook minder intensive bewaking plaats kan vinden. Met de huidige tekorten aan ic-medewerkers zouden meer medium-care faciliteiten gecreëerd kunnen worden om de chirurgische zorg goed te laten functioneren. Zo blijft er eveneens genoeg IC-capaciteit over om eventuele toekomstige COVID-19 golven of andere pandemieën, het hoofd te kunnen bieden. De Dutch COVIDSurg groep zal in de aankomende jaren verder onderzoek doen om ook de nasleep van de pandemie, zoals de lange wachtlijsten, de gevolgen van gemaakte triagebeslissingen en de ervaringen van zorgverleners en patiënten te onderzoeken.
De publicatie in British Journal of Surgery is hier te lezen