Een grote okseloperatie kent veel nadelen
Bij patiënten met borstkanker met uitzaaiingen in de oksel worden wereldwijd nu nog vaak alle lymfeklieren in de oksel verwijderd (okselklierdissectie) na behandeling met chemotherapie. Achteraf is zo’n ingreep vaak niet nodig, omdat na de chemotherapie geen uitzaaiingen meer in de okselklieren blijken te zitten. Onderzoek op initiatief van het Maastricht UMC+, in samenwerking met diverse andere ziekenhuizen, toont aan dat een kleinere ingreep ook mogelijk is.
Een grote okseloperatie kent veel nadelen. Deze vrouwen blijven vaak achter met klachten, zoals een dikke arm, pijn aan de arm of moeite met bewegen. De RISAS-studie beoogde dit probleem op te lossen en laat nu zien dat en kleinere operatie waarbij selectief klieren uit de oksel worden verwijderd, een goed alternatief is. 227 borstkankerpatiënten - uit 14 ziekenhuizen - met uitzaaiingen in de oksel voor de start van de chemotherapie namen deel.
RISAS-procedure
Deze kleinere operatie wordt de RISAS-procedure genoemd: voor de chemotherapie wordt een radioactieve jodiummarker geplaatst in de okselklier met uitzaaiing. Na de chemotherapie wordt deze klier verwijderd, samen met de poortwachtersklier, de klier die als eerst lymfevocht uit de tumor opvangt. Aanvullend ondergingen de patiënten in de studie een aanvullende okselklierdissectie. Zo konden de onderzoekers controleren of met de RISAS-procedure uitzaaiingen waren gemist.
Kans om uitzaaiingen te missen kleiner met RISAS
De onderzoekers constateerden dat bij slechts 3,5 procent van de patiënten in de RISAS-klier geen uitzaaiingen zaten, maar in de klier van de okselklierdissectie wel. De kans om uitzaaiingen te missen, als alleen de met jodium gemarkeerde klier of de poortwachtersklier wordt verwijderd, is ongeveer 1 op 6, met de RISAS-procedure is deze een stuk lager, namelijk 1 op 14. Veel Nederlandse ziekenhuizen zijn al overgestapt op de RISAS-procedure. Ook buitenlandse ziekenhuizen, waar het verwijderen van alle lymfeklieren in de oksel vaak nog de standaard is, hebben veel interesse in de onderzoeksresultaten.
Overleven met functiebehoud
Hoogleraar chirurgische oncologie Marjolein Smidt is onderzoeksleider vanuit het Maastricht UMC+. Ze legt uit waarin dit onderzoek zo belangrijk is: ‘in het Maastricht UMC+ Comprehensive Cancer Centre streven we naar behandelingen die zo min mogelijk complicaties of nevenschade veroorzaken. Dat speerpunt noemen we ‘’overleven met functiebehoud’‘. Daarom willen we zo weinig mogelijk klieren verwijderen om bijwerkingen te voorkomen. Maar wel de juiste klieren, om betrouwbaar vast te stellen of er geen uitzaaiingen meer zijn. Onze studie laat zien dat dit goed kan met de RISAS-procedure'.
Onderzoekscollectief
De studie werd geleid door hoogleraar chirurgische oncologie Marjolein Smidt, nucleair radioloog in opleiding dr. Thiemo van Nijnatten (beide MUMC+), radiotherapeut in opleiding dr. Janine Simons en oncologisch chirurg dr. Linetta Koppert, (beide Erasmus MC), oncologisch chirurg Carmen van der Pol (Alrijne Ziekenhuis) en oncologisch chirurg dr. Ernest Luiten (Tawam MC, Verenigde Arabische Emiraten). De voorlopige resultaten waren eerder al gepresenteerd op een groot Amerikaans borstkankercongres. De definitieve resultaten zijn nu gepubliceerd in het gerenommeerde wetenschappelijke tijdschrift JAMA Surgery.
Samenwerking
Daarnaast werkten de onderzoekers samen met de volgende centra: Erasmus MC, Amphia Ziekenhuis, Albert Schweitzer Ziekenhuis, Bravis Ziekenhuis, Ikazia Ziekenhuis, Maasstad Ziekenhuis, Franciscus Gasthuis & Vlietland, Maastricht UMC+, UMCU, Wilhelmina Ziekenhuis, Martini Ziekenhuis, Zuyderland Medisch Centrum, Ziekenhuisgroep Twente, Treant Hoogeveen. De studie werd gefinancierd door KWF Kankerbestrijding, die zo deze stap in het bevorderen van gepersonaliseerde zorg, mogelijk maakte. De onderzoekers danken alle patiënten die deelnamen aan de studie.