In Afrika overlijden jaarlijks bijna 400.000 mensen aan Malaria
Gecontroleerde menselijke malaria-infecties bij Afrikanen die al malaria hebben gehad en Europeanen zonder voorafgaande malaria-infecties, geven uiteenlopende reacties in het afweersysteem. Dit zijn belangrijke nieuwe inzichten voor de ontwikkeling van een vaccin tegen malaria en het opbouwen van immuniteit, zo laten onderzoekers uit Leiden, Delft, Gabon en Nijmegen zien in een artikel in Nature Immunology.
Bij al het nieuws dat we krijgen voorgeschoteld over COVID-19 zouden we de problemen met malaria bijna vergeten. Alleen al in Afrika overlijden jaarlijks bijna 400.000 mensen aan deze parasitaire infectie en naar een effectief vaccin wordt al tientallen jaren tevergeefs gezocht. Kandidaat-vaccins die heel effectief leken in testen bij mensen in Europa en de VS, gaven bij gebruik in malariagebieden in Afrika steeds teleurstellende uitkomsten.
Verschillende immunologische reacties
In een artikel in Nature Immunology laten onderzoekers uit Leiden, Delft, Gabon en Nijmegen zien dat beide groepen sterk uiteenlopende reacties laten zien. Benjamin Mordmüller, hoogleraar medische microbiologie in het Radboudumc en een van de onderzoekers: “We zien dat in beide groepen uiteenlopende groepen afweercellen op verschillende momenten actief worden. Het gaat echt om duidelijk verschillende immuunprofielen. Die verschillen verklaren mogelijk waarom goede vaccinresultaten in de Europese bevolking minder effectief zijn in de Afrikaanse populatie. Tegelijkertijd kunnen deze bevindingen belangrijk zijn om een werkelijk effectief vaccin te ontwikkelen voor gebieden waar malaria standaard voorkomt.”
Gerichtere ontwikkeling vaccins
Het artikel illustreert het idee dat menselijke afweerreacties niet alleen worden bepaald door de onderliggende genetische make-up, maar óók worden beïnvloed door omgevingsfactoren. Met andere woorden: de immuunreactie van mensen in malariagebieden verlopen anders dan bij Europeanen in niet-malariagebied. Mordmüller: “Dat verschil hoeft niet uitsluitend samen te hangen met eerder doorgemaakte malaria-infecties, maar kan ook worden beïnvloed door infecties met andere ziekteverwekkers als bijvoorbeeld wormen of verschillen in het microbioom in de darmen. In elk geval biedt dit onderzoek nieuwe aanknopingspunten voor een gerichtere ontwikkeling van malariavaccins.”