Onze angstreacties lijken af te hangen van de balans tussen twee gebieden in de hersenen.
Onderzoekers van het Radboud Universiteit en de Radboudumc publiceerden op 11 september in The Journal of Neuroscience voor het eerst bewijs dat deze twee hersengebieden helpen te schakelen tussen reacties op een verwachte en een reële dreiging.
In de hersenen spelen twee gebieden een belangrijke rol bij de reactie op een dreiging: de bed nucleus van de stria terminalis (BNST) en de amygdala. Eerder onderzoek bij ratten liet zien dat de BNST vooral actief is bij een verwachte dreiging, terwijl de amygdala de angstrespons verzorgt bij een acute dreiging. Deze rolverdeling is echter bij mensen nooit duidelijk vastgesteld. En het was nog onduidelijk hoe de balans tussen deze gebieden bij kan dragen aan individuele verschillen in angst
Verschuiving
In een angstexperiment bij twee onafhankelijke groepen gezonde proefpersonen zagen onderzoekers van de Radboud Universiteit en het Radboudumc in hersenbeelden een duidelijke verschuiving van de activiteit van de BNST naar de amygdala tijdens een overgang van een verwachte naar een reële dreiging.
De onderzoekers zagen dat de BNST een sterkere activiteit liet zien als proefpersonen in een experiment wisten dat ze een vervelende, maar onschadelijke, elektrische schok konden verwachten. De BNST is verbonden met hersengebieden die er op hun beurt voor zorgen dat ons lichaam paraat is om te reageren op naderend onheil. Op het moment dat de schok kwam, werd de amygdala actief. Dit hersengebied zorgt voor een snelle aansturing van de lagere hersengebieden die zorgen voor een acute en onbewuste stressreactie, zoals een verhoging van de hartslag.
Jeugdtrauma
Uit de vragenlijsten die de proefpersonen invulden, kwam ook een duidelijke relatie naar voren tussen emotioneel misbruik in de kindertijd en een sterkere reactie van de amygdala tijdens een verwachte dreiging. Een verwachte dreiging wordt dan dus als reëler ervaren. De onderzoekers vermoeden dat jeugdtrauma’s op die manier mogelijk bijdragen aan een verstoorde perceptie van dreiging op latere leeftijd.
Bron: Radboudumc