Dankzij de vondst van een biomarker lijkt nu te kunnen worden vastgesteld voor welke patiënten dit medicijn wel nuttig kan zijn en voor wie niet.

Bevacizumab (Avastin), een medicijn voor dikkedarmkanker, blijkt bij bijna een derde van de patiënten niet te werken. Dankzij de vondst van een biomarker lijkt nu te kunnen worden vastgesteld voor welke patiënten dit medicijn wel nuttig kan zijn en voor wie niet. Bevacizumab is erg kostbaar en geeft doorgaans slechts enkele maanden levensverlenging. Donderdag 24 mei publiceerde een groep onderzoekers onder leiding van dr. Bauke Ylstra van VUmc hierover in het toonaangevende Journal of Clinical Oncology.

De onderzoekers hebben archiefmateriaal van tumorbiopten van patiënten met darmkanker geanalyseerd op afwijkingen in het DNA. De patiënten bij wie de tumoren (een gedeelte van) chromosoom 18 verloren, leefden gemiddeld significant langer als aan de behandeling ook bevacizumab werd toegevoegd. Patiënten met tumoren die een intact chromosoom 18 hadden, leefden gemiddeld niet langer als bevacizumab aan de behandeling werd toegevoegd.

Door de hoge kosten en beperkte levenswinst is er al langere tijd veel discussie over bevacizumab. Er zijn grote verschillen tussen landen en ook tussen oncologen in het wel of niet voorschrijven van dit middel. Dankzij de ontdekking van de biomarker kan nu mogelijk in de toekomst een onderscheid worden gemaakt tussen patiënten die wel baat zullen hebben bij dit middel en patiënten bij wie het mogelijk weinig doet. Dit kan voorkomen dat 30% van de patiënten een behandeling krijgt waarbij ze geen baat hebben. Verder onderzoek is nodig of deze vinding in de dagelijkse praktijk kan worden toegepast via een gecertificeerde test.